-11-
8 maart 1979.
hees gaat wijzigen. Het is een verschrikkelijke wijziging, die de Boe-
renstreek zal aantasten. Er zullen dan ook veel reacties op komen. U
gaat daar daar nu al woningen plannen, waarbij u de bestemmingsplangrens
overschrijdt. Kunt u dit niet eerst eens in de inspraak brengen?
U stelt voor de Vrijheidsweg door te trekken. U wilt een kruising
van deze weg met de Koningsweg, waarschijnlijk met stoplichten. Dit
is geheel in strijd met hetgeen in het oorspronkelijke bestemmingsplan
staat, o.a. op bladzijde 30, omtrent de natuurlijke grens,de Boeren-
streek. U stelt wijzigingen voor waar wij niets van afweten, waar wij
nooit een tekst van hebben gezien. Die wijzigingen zijn gestuurd naar
een aantal instanties, die er op kunnen reageren. Pas daarna komen wij
en de bevolking aan de beurt. Ik vind dit geen goede zaak.
Wethouder MENNE: U vindt dit geen goede zaak, mijnheer Visser.
Maar juist omdat het hier een democratisch besluit betreft en wij ons
niet voor niets buigen over bepaalde voorstellen, waar wij al dan niet
ons fiat aan geven, wil ik toch even in extenso uit de raadsnotulen van
17 augustus 1978 de betrokken passage voorlezen.
"134 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld in
artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (voorberei-
dingsbesluit)
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Punt 6 (op bladzijde
2 van het voorstel) luidt:
"gronden gelegen ten westen van de spoorlijn Utrecht-Baarn
ter hoogte van het station Soest (plan Centrumweg)"
Ik heb natuurlijk wat bezwaren tegen de aanduiding 'plan
Centrumweg'Ik vind dat het college dat moet weten.
De VOORZITTER: Dat is genoteerd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen."
Ik wil nomaals stellen dat de vorige commissie voor ruimtelijke or
dening de herziening heeft behandeld, dus onder andere ook de kwestie
van de T-aansluiting. Er zijn mensen die zich dat woordelijk kunnen
herinneren, ook ik. Ook de uitbreiding van de bestemmingsplangrens is
toen besproken. Volgens het vastgesteld verslag van de betrokken com
missie heeft deze commissie gezegd, dat wij door konden gaan met de
voorbereidingen die nodig zijn voor de eerste herziening van het bestem
mingsplan.
De heer Ebbers suggereert dat wij nu reeds voorbereidingen moeten
treffen om Overhees III en IV zo spoedig mogelijk "op* de rol" te krij-
