mei 1980 vernomen dat hierover een brief bestaat van het gemeentebestuur d.d. 4 oktober 1972, van de inhoud waarvan ik nog geen kennis heb kunnen ne men. In zijn rapportage terzake aan de raad zal het college ook daarop nader terugkomen. Indien er relevante informatie is die het noodzakelijk maakt tussentijds te rapporteren, zullen wij dit doen. Voor het overige is het wachten op de eindrapportage van de kant van het college aan de raad, welke op haar beurt wacht op de resultaten van het onderzoek dat onder verant woordelijkheid van de provincie wordt ingesteld. Het college hoopt ter zake in de raadsvergadering van augustus aanstaande te kunnen rapporte ren. Wel zeg ik toe dat het rapport openbaar zal worden gemaakt zodra het gereed is. De vraag is gesteld of de wettelijke bepalingen inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg in dit geval van toepassing zijn. Uit de op de vaten aangebrachte etiketten kan worden opgemaakt wat er in de vaten zou kunnen zitten; het onderzoek dient om daarover zekerheid te verkrijgen. Op basis van de opschriften op de etiketten en op grond van de mededelingen van de directeur over de inhoud van de vaten is de In spectie tot de conclusie gekomen dat zij terzake geen taak heeft, aan gezien de stoffen niet onder de bedoelde regelingen vallen. Mocht het onderzoekresultaat in een andere richting wijzen dan zal de Inspectie uiteraard wèl worden ingeschakeld. In het algemeen merk ik op dat op dit terrein waakzaamheid van alle be trokkenen - gemeentebestuur, fabrieken, medewerkers en burgers - is ge boden. Wij zouden graag zien dat burgers die bepaalde ontwikkelingen signaleren bij het gemeentebestuur aan de bel trekken en hun informatie aan ons doorgeven. Van illegale stortingen bijvoorbeeld zijn wij als gemeentelijke overheid als regel niet op de hoogte. Het is gewenst dat wij daarachter komen, opdat maatregelen kunnen worden genomen. Tenslotte wijs ik er nog op dat de controle bij pompstations maande lijks plaats vindt en op het ogenblik extra in de gaten wordt gehouden. Het drinkwater aan de tappunten is evenwel goed bevonden: er zit geen Tri, Tetra of Chloroform in. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter. In antwoord op de eerste door de CDA-fractie gestelde vraag merk ik op dat de regering de provinciale besturen mede naar aanleiding van de gebeurtenissen in Lekkerkerk heeft gevraagd na te gaan op welke plaatsen in de provincie gevaarlijke stof fen kunnen zijn opgeslagen. Te verwachten is dat het provinciaal be stuur van Utrecht terzake contact met de gemeentebesturen zal opnemen. In het algemeen is bij het gemeentebestuur bekend bij welke bedrijven legaal gevaarlijke afvalstoffen aanwezig zijn. Het probleem zit in de illegale opslag en verwijdering van gevaarlijke stoffen, omdat illegale plaatsen ons doorgaans niet bekend zijn. De inventarisatie van de hinderwetplichtige gebouwen verkeert thans in een vergevorderd stadium. Deze inventarisatie zal gegevens opleveren over bedrijven die zodanig produceren dat gevaarlijke afvalstoffen ont staan. Resumerend merk ik op dat de door de CDA-fractie gevraagde inventarisa tie zal plaatsvinden. In antwoord op vraag 2 merk ik op dat op grond van de Wet chemische af valstoffen dit soort stoffen slechts mag worden afgevoerd naar bedrijven die een vergunning van de minister hebben. Bij de Dienst Gemeentewerken is bekend welke bedrijven zo'n vergunning hebben. Wij hebben de indruk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 105