mei 1980
ling 1979 de "operatie-grondbedrijf" het "financiële knelpunt van
Soest" heeft genoemd. Wij hebben er toen op aangedrongen dat het col
lege met grote spoed met voorstellen terzake zou komen.
Nu wij de jaarrekeningen 1976 en 1977 ter voorlopige vaststelling
krijgen voorgelegd, waarbij de accountant heeft aangetekend:
"Omtrent de getrouwheid van de jaarrekening 1976" - dat geldt
ook voor 1977 - "van het grondbedrijf van de gemeente hebben wij
ons geen oordeel kunnen vormen."
en gelet op het feit dat wij in het voorjaar hebben afgesproken het
beleid te bepalen, waarvan de financiële invulling bij de begroting
plaats vindt, zal het duidelijk zijn dat wij het oneens zijn met het
voorstel van het college de behandeling van deze kwestie door te
schuiven naar de begrotingsbehandeling 1981. Dat zet de zaak op zijn
kop en maakt het beleid ondergeschikt aan de begrotingsbehandeling.
Het minste wat wij op dit moment kunnen doen is te besluiten maatrege
len te nemen aangaande de rente van bedoelde complexen om het ver
schil tussen de boekwaarde en de actuele waarde niet nog onwerkelijker
te maken.
De heer Bolhuis heeft een voorstel gedaan met betrekking tot het jaar
1980; wij zouden ervóór zijn ook reeds over 1979 met bijschrijving van
de rente te stoppen en deze rente rechtstreeks ten laste van de alge
mene reserve van de algemene dienst te brengen en de rentebijschrij
ving voor 1981 op de gewone dienst te verantwoorden. Van het antwoord
van het college zal afhangen, of wij akkoord zullen gaan met de voor
lopige vaststelling van de jaarrekening van het grondbedrijf.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMijnheer de voorzitter. Wij zijn in de
commissie financiën en grondbedrijf met het betoog van de heer Bolhuis
meegegaan, maar in onze fractie bestaan op dit moment aarzelingen over
de vraag of wij dat ook nu zullen doen. Graag vernemen wij eerst het
antwoord van het college op de vraag wat hét betekent om ruim f. 1
miljoen ten laste te brengen van de reserves van de algemene dienst.
Welke consequenties heeft dat voor de komende jaren? Welke gevolgen
heeft het voor het "huishoudboekje" van de gemeente? Wat gaat er ge
beuren met de bestemmingsplannen die wij moeten realiseren? Hoe zal
het gaan met alle andere voorzieningen die wij nog willen realiseren?
De heer Bolhuis heeft gelijk met zijn analyse, dat boekwaarde en
reële waarde als gevolg van rentebijschrijvingen steeds verder uiteen
gaan lopen. Toch vraag ik mij af of wij zijn voorstel wel kunnen volgen
nu wij nog niet alles op een rij hebben. Wij weten bijvoorbeeld niet
of het financieel wellicht meer verantwoord is om niet alle complexen
tegelijkertijd in te brengen, maar gefaseerd. Van het college verneem
ik daarop graag een antwoord.
Welke consequenties heeft een voorlopige vaststelling van de rekening
door de gemeente Soest voor wat gedeputeerde staten betreft? Gedepu
teerde staten stellen de jaarrekening immers definitief vast. Nu het
Verificatiebureau geen goedkeurende verklaring heeft afgegeven, vraagt
mijn fractie zich af wat gedeputeerde staten zullen doen. Kan het col
lege daarop een antwoord geven?
De heer ONDERDELINDENMijnheer de voorzitter. Er is sprake van een na
re, onbevredigende situatie in onze gemeente. Ook vroeger is daarover al
gesproken. Er moet nu klaarheid komen over de wijze waarop wij uit het
slop kunnen komen. Er zal op korte termijn iets moeten gebeuren, zij