mei 1980
het niet via een ad hoe-beslissing. Het gaat hier niet alleen om een
juist functioneren van de gemeentelijke huishouding, hoe belangrijk
zij ook is; het gaat niet alleen om een oplossing voor het grondbe
drijf, al staat het vast dat de door de hoge rentestand extra irreële
toename van de boekwaarde van nogal wat gemeente-eigendommen zo snel
mogelijk een halt moet worden toegeroepen.
Het gaat hier ook en vooral om goed bestuur in onze gemeente. Het
college heeft te kennen gegeven bij de behandeling van de begroting
voor 1981 met het probleem rekening te zullen houden. Mijn fractie is
benieuwd alsdan van het college te vernemen wat wel en niet haalbaar
is
In het verleden is een beleid gevoerd dat als gevolg van overbekende
omstandigheden niet het toen beoogde effect heeft gehad. De conse
quenties daarvan worden nu duidelijk; zij moeten in een nieuw beleid
van de raad worden betrokken, waarbij niet in de eerste plaats moet
worden gedacht aan een boekhoudkundig beleid, maar wel aan een be
leid van de raad met betrekking tot het zo goed mogelijk dienen van
de gemeentelijke belangen. Het gaat hier niet uitsluitend om de rea
lisering van de doelstellingen van het grondbedrijf, maar vooral om
goed en daadkrachtig bestuur. Daarom kan mijn fractie zich heel goed
vinden in de uitgangspunten die het college in zijn voorstel aan de
raad heeft verwoord. Daarin is sprake van een beleid dat moet worden
gezien als een begin van een oplossing, waarmee de verliezen op de
meest verantwoorde wijze kunnen worden verwerkt, een en ander met in
achtneming van het dienen van het belang van een goed bestuur van on
ze gemeente met alle facetten daarvan, wat toch de eerste en voor
naamste taak van een gemeenteraad is.
De VOORZITTER: Dames en heren.' Ik zal u, hoewel ik de portefeuille
van financiën nog slechts een week beheer, proberen zo goed mogelijk
te antwoorden, maar vraag bij voorbaat clementie van de raad wanneer
mocht blijken dat ik nog niet alle details volledig doorgrond. Het
gaat hier om misschien de meest essentiële zaak die aan de orde kan
komen in een raad. Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de heer
Onderdelinden, die de zaak "in de breedte" heeft getrokken en de raad
niet alleen de spiegel voorhoudt van het in de achter ons liggende
jaren gevoerde beleid met zijn financiële consequenties, maar pro
beert de zaak in een breder verband te plaatsen, omdat het hier gaat
om de vraag wat goed bestuur isPlaatst men de zaak in dit totaalka
der dan is er meer aan de hand dan alleen een reactie op een accoun
tantsverklaring
Ik stel voorop dat de door met name de heer Bolhuis en mevrouw Al-
lard, maar eigenlijk door iedereen, hierover gemaakte opmerkingen
zeer waardevol zijn wanneer het om de waarschuwing gaat: Denk er aan,
het sein staat op rood! Deze zaak vereist inderdaad alle aandacht,
want zo kan het niet doorgaan. Er zal een ander beleid voor het ter
zake tot nog toe gevoerde beleid in de plaats moeten komen.
De heer Bolhuis heeft gevraagd hoe het met de taxatie was gesteld. Ik
vraag mij af of hij het antwoord op die vraag niet ook zelf weet. Bij
dat soort vragen is dat immers vaker het geval! Ik wil hem het ant
woord niettemin nog graag geven. In 1972 heeft de taxatie voor het
laatst plaats gevonden. Die taxatie dient eenmaal per vijf jaar plaats
te vinden, hetgeen niet is gebeurd. Wat daarbij de overwegingen zijn
geweest, weet ik niet, maar ik kan mij heel goed voorstellen dat dit
31