mei 1980 woning was gelegen, terwijl nu een ander bestemmingsplan voor dat ge bied van kracht is. Hij heeft nu te maken met het voorschrift inzake de 10 metergrens. Is het college bereid deze belemmering voor betrok kene weg te nemen, opdat de door hem gewenste uitbreiding kan worden gerealiseerd? Wethouder MENNE-. Mijnheer de voorzitter. Ik kan op die vraag geen "ja" en geen "neen" zeggen. De heer Verheus vraagt mij "ja" te zeggen te gen de overweging van de commissie voor de beroepschriften. De bepa ling waarop hij doelde is natuurlijk niet zonder zin opgenomen. Weg nemen van de belemmering heeft naar ik vrees consequenties voor ande re bestemmingsplannen. Wij zullen een en ander in de commissie ruim telijke ordening nader moeten bezien, maar ik kan terzake nog geen toe zegging doen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 21. Beroep van de heer J. Smeeing, Koningsweg 14 te Soest, tegen de wei gering van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 1980 vrijstel ling te verlenen van het bepaalde in artikel 11, lid 1, sub k, van het bestemmingsplan Industrieterrein om aldus het gebruik van een deel van de bedrijfshal als tennishal mogelijk te maken. De heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter. Onderaan blz. 2 van dit voor stel zeggen burgemeester en wethouders in de "toelichting" dat zij bereid zijn af te zien van maatregelen, totdat deze zaak onherroepe lijk is geworden, terwijl in het "besluit" staat "dat een zodanig in gebruik geven, wat de raad betreft, gedoogd kan worden". Ik vraag mij af, of daarmee hetzelfde wordt bedoeld. Als niet-jurist kan ik dat niet goed beoordelen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzitter. Ik had dezelfde vraag als de heer Kingma willen stellen en willen voorstellen de passage "dat een zodanig in gebruik geven wat de raad betreft gedoogd kan worden" te schrappen. Zij is mijns inziens in strijd met de ongegrond- verklaring van dit beroep. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter. Ik wijs erop dat meer wegen naar Rome leiden. Het college beoogt hetzelfde als de commissie voor de beroepschriften, maar langs een andere weg. Van "gedogen" is geen sprake, want dat zou betekenen dat wij een en ander door de vingers zouden zien; dat doen wij niet. Het besluit is met andere woorden hetzelfde, maar de overwegingen die daartoe leiden niet. Het college hanteert andere overwegingen om tot het besluit te komen. De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter. Wanneer de raad dit besluit neemt en wethouder Menne vóór dit besluit is, dan gebeurt hetzelfde als bij het vorige voorstel, nl. dat wordt overwogen dat in de huidige situatie de 10 meterbepaling een onnodige beperking is, terwijl hij in dit geval als raadslid overweegt dat een zodanige ingebruikgeving kan worden gedoogd. Aangezien het een raadsbesluit wordt, kan ik mij goed voorstellen dat wij het voorstel van mevrouw Korthuis volgen en bedoel de passage uit het raadsbesluit schrappen. Wethouder MENNE: Ik kan daarmee instemmen, omdat het eventuele misver standen kan voorkomen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENBetekent dit dat de raad het niet ge doogt, of dat het toch doorgaat? De VOORZITTER: Er loopt een procedure. 16. 18. 19. 26. ijz. ggk uiser 42 44

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 137