augustus 1980
niet mis. In ons verkiezingsprogramma staat dat er een onderwijsbege
leidingsdienst moet komen en dat vinden wij nog steeds, maar de opmer
kingen die wij nu maken zijn wat ons betreft bijna voorwaarden om te
kunnen meedoen aan de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is voor ons nl.
heel wezenlijk dat de verantwoordelijkheid van de gemeente in een juis
te verhouding blijft staan tot de verantwoordelijkheid van het bestuur
van de toekomstige stichting regionale onderwijsbegeleidingsdienst.
Met betrekking tot de financiën bestaat er volstrekt geen duidelijkheid
Zij zijn met bulldozers vanaf Baarn en Amersfoort gestart om de begro
tingen naar elkaar toe te schuiven en zij zijn bij Soest zo'n beetje
bij elkaar gekomen. Sinds de speciale vergadering van 12 juni jl. van
het Gewest Eemland weten wij dat het allemaal erg duur wordt. Ik heb
zelfs begrepen dat het ons een extra last van f. 500.000,per jaar
kan gaan kosten. Voor dat bedrag kunnen wij heel veel doen ten behoeve
van het onderwijs in Soest. Daarom wil ik nog wel eens nadenken over
de vraag of ik op de nu voorgestelde manier wil meedoen aan de onder
wijsbegeleidingsdienst. Wij zijn principiële voorstanders van een der
gelijke onderwijsbegeleidingsdienst, maar wij vinden dat de financiën
heel duidelijk moeten worden bijgespijkerd, terwijl wij onze opmerkin
gen ten aanzien van de concept-statuten en de concept-gemeenschappelij
ke regeling meer als voorwaarden zien.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter! Wij moeten ervan uitgaan dat
het Gewest Eemland terdege rekening zal houden met de opmerkingen die
uit de diverse gemeenteraden richting dat gewest komen.
Het is bekend dat er een werkgroep aan de gang is die de opdracht heeft
de financiële aspecten aan een nader onderzoek te onderwerpen; er zal
worden gestreefd naar een communis opinio. De werkgroep zal rapporte
ren. Alle gegevens van de werkgroep zullen worden verwerkt in een voor
stel dat daarna aan de raad zal worden voorgelegd. Dan zal kunnen wor
den bekeken in hoeverre de door Soest ingebrachte wensen al dan niet
zijn gehonoreerd.
De VOORZITTER: Dames en heren! De in de financiële commissie aan de or
de gekomen aanpassing van artikel 20, lid 5 zal worden voorgelegd aan
de werkgroep. In dat artikel staat nu:
"Het bestuur stelt voor 1 december de begroting vast, waarbij de
bezwaren van een gemeenteraad tegen wijziging van de activiteiten
in die gemeente in ieder geval worden verwerkt."
Gevraagd is het woord "verwerkt" door het woord "gehonoreerd" te ver
vangen. Het is interessant om de mening van de werkgroep over deze wij
ziging te horen. Wij willen meer weten over de bevoegdheid van de ge
meenten, want wij zitten tenslotte met een gemeenschappelijke regeling
en bepaald wordt eigenlijk dat de raad op zijn gebied het laatste woord
heeft. In een gemeenschappelijke regeling is dat eigenlijk wat moeilijk
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
28. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een
beslissing op een door mevrouw J.M.A. Dilweg ingesteld beroep tegen de
weigering van een bouwvergunning.
Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! De commissie voor de beroep
schriften stelt voor het beroep van mevrouw Dilweg gegrond te verklaren
Het college heeft zich over dit advies beraden. In augustus 1978 zijn
de richtlijnen voor Overhees I en II vastgesteld. Wij vinden dat die
richtlijnen moeten worden gehandhaafd, maar in dit geval vinden wij
dat, gehoord de commissie voor de beroepschriften en gehoord de wel-
11