september 1980
voorstel aan de orde is, is niet nieuw. In Soest is al vele jaren over
de winkelvoorzieningen gesproken. Ik heb geen behoefte om in de ge
schiedenis terug te gaan; wij moeten vooruit en daarom moet er nu een
keuze worden gedaan uit de theoretische mogelijkheden de kunnen worden
uitgewerkt. Ik kan over die keuze zelf kort zijn, gezien het feit dat
deze zaak meer dan één keer is behandeld in de commissie voor ruimte
lijke ordening, volkshuisvesting, economische aangelegenheden en mi
lieuhygiëne en gezien de inspraakronde waarvan de resultaten op tafel
liggen. Ik kan er ook kort over zijn, omdat wij natuurlijk niet met
een schone lei beginnen, maar weten dat ten eerste de vestiging van
een hoofdwinkelcentrum onhaalbaar is en ten tweede door deze raad in
Overhees een centrum is gedacht dat op buurtverzorgend niveau kan
voorzien in de dagelijkse behoeften van Overhees. Met deze geqevens
en vanuit deze situatie kan ook onze fractie zich ermee verenigen dat
model 2 nader wordt uitgewerkt. Dat model verschilt in zoverre van
model 3, het driepolige model, dat daarin het winkelcentrum Overhees
als derde pool wordt aangemerkt. De modellen 2 en 3 verschillen ech
ter slechts gradueel, aangezien mede door de ruimtelijke mogelijkheden
de pool in Overhees beperkt in omvang zal blijven in verhoudinq tot de
twee andere polen.
Wij spreken ons in feite uit voor handhaving van de bestaande winkel
structuur, indien wij vanavond besluiten model 2 nader te laten uit
werken. Wij spreken ons nu niet uit over de omvang, de samenstelling
enz. van de winkelcentra. Dat komt later. Daarvoor zal eerst nog stu
die, beraad en overleg moeten plaatsvinden.
Het is duidelijk dat onze voorkeur voor de bestaande winkelstructuur
in Soest, met name voor wat het aspect verkeer betreft, haar conse
quenties heeft.Winkelcentra moeten vlug en veilig bereikbaar zijn.
Daarom lijkt het ons gewenst, ja zelfs noodzakelijk, dat door de raad
over het verkeer snel principiële beleidsuitspraken worden gedaan, met
name voor het verkeer in de Van Weedestraat en op de Soesterbergse-
straat en omgeving. Volgens het globale werk- en procedureschema dat
bij de stukken lag (ik vraag mij af waarom dat voorstel niet met de
stukken aan de raad is verstuurd)zullen die principiële beleidsuit
spraken van de raad in 1981 worden gedaan. Ik dring er op aan dat er,
zeker voor wat het aspect verkeer betreft, strikt de hand wordt ge
houden aan dit tijdschema. Ik dring daar mede op aan, omdat ik nogal
wat voetangels en klemmen zie liggen. Ik zal daarop nu niet verder in
gaan, maar ik ben van mening dat de oplossing niet zo eenvoudig zal
zijn. Het is te hopen dat de problemen ons niet boven het hoofd
groeien
In het voorstel staat dat een groot aantal nadere onderzoekingen nodig
is. Je kunt natuurlijk op dit terrein van alles onderzoeken, zoals het
aanwezige winkelbestand, het gewenste winkelbestand uit het oogpunt
van de consument, het gewenste winkelbestand uit het oogpunt van de
winkelier, het kwantitatieve aspect van vraag en aanbod, het consumen
tendraagvlak en hoe zich dat zal gaan ontwikkelen, nu het landelijk
inkomen in een trendbreuk zit. Je kunt gaan twisten over de bereke
ningswijze van de toonbankbestedingenover de koopkrachtoriëntatie
enz., enz. Wij hebben volgens mij in de loop van de tijd al heel wat
informatief materiaal bijeen gehaald. Bovendien zijn de resultaten van
onderzoekingen op dit terrein bijvoorbeeld voor wat het omzetverloop