september 1980
zijn brood verdient, niet zou willen belemmeren, omdat ook hij een
Soester burger is. Ik heb ook gezegd dat er bij een capaciteitsbereke
ning rekening moet worden gehouden met de verspreide winkelvestigin
gen, omdat je anders een overbewinkeling krijgt, waarmee niemand is
gediend, ook de winkelier in de twee grote winkelcentra niet, omdat
hij misschien in zijn verwachtingen, maar zeker in zijn investeringen
wordt teleurgesteld.
Ik heb de kosten die zijn opgegeven slechts gezien als een zeer globa
le raming, zoals ook in de toelichting staat. Ik heb het genoemde be
drag slechts gezien als een indicatie. Ik voel er helemaal niets voor
om mij vanavond over dat bedrag uit te spreken. Ik begrijp dat er,
wanneer een raadsvoorstel wordt besproken, van verschillende kanten
wel eens wordt gevraagd wat dat gaat kosten. Zo'n schatting komt dan
tot stand. Ik hecht er geen enkele waarde aan. Ik vind dat er, wanneer
er straks kredieten nodig zijn, gespecificeerde aanvragen aan de raad
moeten worden gedaan. Op dit moment kan er geen sprake zijn van het
verlenen van een krediet.
De heer NUIJTEN: Mijnheer de voorzitter' Er is weliswaar ingegaan op
het punt van de verspreide winkelvestigingen en de kleinere winkel
centra, maar dat is zo summier gebeurd, dat ik daarover nog niet ge
rust ben gesteld. Natuurlijk is het wel zo dat wij er voorlopig zelf
bij zijn om te zien hoe een en ander zich verder ontwikkelt. Ik hoop
toch dat wij in dezen, mede aan de hand van het verdere onderzoek, wat
concretere dingen kunnen verwachten.
Ik ben het eigenlijk helemaal met de heer Kingma eens voor wat het
bedrag van f. 100.000,betreft. Ik vind dat een aardige som geld
voor het inventariseren van de bestaande gegevens. Dat is bij wijze
van spreken ongeveer anderhalf manjaar werk. Ik hoop niet dat ik dat
zo moet zien, want dan zijn wij inderdaad voorlopig nog niet aan het
ontwerpen. Ik hecht op dit moment dan ook geen waarde aan de bedragen
die in het voorstel worden genoemd.
Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter.' Ik ben het met mevrouw Kort-
huis eens dat de hele procedure met betrekking tot de ruimtelijke or
dening wel op een marathon lijkt, maar men weet dat geduld ook een
schone zaak is. Men moet een lange adem hebben, maar ik ben van mening
dat het lukt om vol te houden, wanneer wij elkaar moed inspreken.
De heer KINGMA: Ik denk dat er toch wel iets meer nodig is!
De VOORZITTER: Geld bijvoorbeeld.
Wethouder MENNE: Er zullen capaciteitsberekeningen moeten worden ge
maakt. Wanneer wij straks een winkelcentrum in vierkante meters gaan
vertalen, zal de daar aanwezige capaciteit en de capaciteit in de om
geving, die van invloed is op het winkelcentrum, moeten worden meege
nomen. Dat zal nauwkeurig moeten gebeuren. De vloerproductiviteit van
een winkel in een winkelcentrum verschilt bijvoorbeeld van de vloer
productiviteit van een soortgelijke winkel die riet in een winkelcen
trum ligt. Daarmee moet rekening worden gehouden.
De heer Bolhuis zij erop gewezen dat ik niet heb gezegd dat er belem
merend zal worden opgetreden ten aanzien van verspreide winkels. Ik
heb gezegd dat er, wanneer wij eerlijk zijn, wel een negatief effect
kan uitgaan van een winkelcentrum op verspreide winkels.
Wij moeten geen al te grote waarde hechten aan de in het voorstel ge
noemde bedragen. Vooral de leden van de commissie, die zelf heeft ge
vraagd om een opgave van kosten, moeten echter, wanneer de kosten