oktober 1980
wij ten aanzien van de elektriciteit nu net zo gestraft worden als wij
ten aanzien van de waterleiding zijn gestraft? Wij hebben op advies van
de overheid via bezuiniging minder water verbruikt en nu moeten wij
meer voor het water betalen. Zullen wij nu ook voor de elektriciteit
meer moeten betalen aan de PUEM?
Wethouder HOEKSTRA: Mijnheer de voorzitter! Ik vrees dat de heer Van
den Brakel de spijker precies op de kop slaat. De elektriciteit zal wel
duurder worden. Ik kan de heer Van den Brakel overigens mededelen, dat
door de maatregel die ten aanzien van de verlichting is getroffen er
9.597% wordt bespaard. Alleen, deze besparing van ruim 9,5% merken wij
niet in onze portemonnee, omdat de energie steeds duurder wordt.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er zijn verder vragen van de heer visser
over het bestemmingsplan Overhees 2, tweede fase, binnengekomen.
Wenst de heer Visser ze nog kort toe te lichten?
De heer VISSER: Neen, mijnheer de voorzitter.
Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! De eerste vraag van de heer
Visser luidt als volgt:
"Wanneer wordt de herziening van het bestemmingsplan Overhees 2
(tweede fase) in de Gemeenteraad behandeld?"
Het antwoord hierop is: In maart 1981, volgens de planning.
De tweede vraag van de heer Visser is:
"Wanneer wordt deze herziening van het bestemmingsplan ter visie
gelegd?"
Het antwoord hierop is: December 1980.
De VOORZITTER: Dames en heren! Voorts zijn de volgende vragen van de
heer Visser binnengekomen:
"1. Heeft de firma Kuyer een hinderwetvergunning om binnen de be
bouwde kom van de gemeente Soest "vuil" te storten in het gat langs
de Verlengde Talmalaan achter de Witte Boerderij?
2. Zo niet, hoe is het mogelijk, dat al drie jaar zonder controle
van de plaatselijke overheid ter plekke illegaal gestort wordt,
hoewel de provincie de gemeente heeft gewezen op deze ontoelaatbare
situatie?
3. Welke nadere inlichtingen kunt U verstrekken over de uitbreiding
die is aangevraagd voor ontgronding van deze stortplaats?
4. Welke nadere inlichtingen kunt U verstrekken over de aard van
het gestorte "vuil", o.m. uit IJmuiden?"
Wenst de heer Visser een korte toelichting te geven?
De heer VISSER: Ik dacht, mijnheer de voorzitter, dat het erg zinvol is
om na de succesvolle milieuweken nog een positieve bijdrage voor het
milieu in Soest te leveren door deze korte, zakelijke vragen te stel
len. Ik hoop dat ik er een kort en zakelijk antwoord op krijg.
Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! Met betrekking tot de eerste
twee vragen wil ik het volgende antwoorden.
Er is een restgat aan de Beukenlaan (het in de vragen bedoelde gat)
waarin bouw- en sloopafval wordt gestort. Toen indertijd het gat nog
groter was, zijn door de toenmalige andere eigenaars, die daar toen
vuil stortten, hinderwetvergunningen aangevraagd. Die vergunningen kon
den nooit worden verleend, omdat de raad weigerde een ontheffing als
bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet te verlenen en
het volgens constante jurisprudentie zo is, dat wanneer er niet zo'n
ontheffing wordt verleend, er ook geen hinderwetvergunning kan worden
verleend. Het beleid is, zoals de raad in dit kader meermalen heeft ge-