oktober 1980
zijnde f. 64,80 per jaar, te handhaven. Ik zou hierover graag de me
ning van het college vernemen.
Ik neem aan dat in de verordening zelf iets is opgenomen dat niet de
bedoeling is. Ik doel nu op het feit dat in de verordening ook de ta
rieven voor 1982 worden genoemd, terwijl ik anderzijds meen te mogen
aannemen, dat de tarieven voor 1982 volgend jaar worden bekeken. Wan
neer de tarieven voor 1982 nu per vergissing in de verordening zijn
opgenomen, verzoek ik het college ze eruit te schrappen.
De heer VAN POPPELEN: Gaan we nu direct al over de afzonderlijke belas
tingen, tarieven enz. of eerst even in het algemeen praten, mijnheer de
voorzitter?
De VOORZITTER: De bedoeling was het agendapunt in zijn geheel aan de
orde te stellen. Zo heb ik het ook gedaan. Maar ik begrijp nu dat u
daar nog wel wat aan wilt toevoegen.
De heer VAN POPPELEN: Juist omdat wij over de verschillende punten gaan
praten wilde ik dat wij eerst eens even over de misverstanden die er
zijn spreken en dan over de afzonderlijke punten gaan spreken.
De VOORZITTER: Dat vind ik best. Dan kunnen wij die punten volgen zoals
ze in het voorstel staan en dan kan iedereen zijn opmerkingen per punt
maken als dat nodig is.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Ook mijn voorstel is dat
er eerst even wat algemene opmerkingen worden gemaakt en dat wij daarna
de zaak per onderwerp verder gaan behandelen. Ik heb de volgende alge
mene opmerkingen.
Vorig jaar tijdens de behandeling van voorstellen tot tariefverhogingen
van diverse rechten en belastingen hebben wij gezegd niet zo spontaan
akkoord te gaan met die verhogingen. Waarom niet spontaan? Omdat wij
van mening waren, dat je ook als lagere overheid moest medewerken om de
inflatie zo laag mogelijk te houden. We dachten dan ook dat we voor dit
jaar, mede gezien het feit dat we het beleidsplan hadden vastgesteld,
waarin alle instrumenten waren opgenomen die een betere greep op het
uitgavenpatroon mogelijk maakten, een andere discussie mochten verwach
ten. Echter, één zwaluw maakt kennelijk nog geen zomer.
Als ik stel dat forse verhogingen van gemeentelijke tarieven en belas
tingen in deze tijd zo zoetjes aan onaanvaardbaar zijn geworden, dan
zeg ik daarmee niets nieuws. Na het sombere verhaal van de Miljoenen
nota en de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer afgelopen week
moeten we toch proberen te voorkomen dat de koopkracht van onze burgers
in de lokale sfeer wordt aangetast. Het nu te behandelen voorstel met
betrekking tot tariefverhogingen is na al de discussies over inkomens
politiek en loonmatiging ronduit schokkend te noemen.
In totaal hebben we twaalf groepen of objecten van verhoging van rech
ten of belastingen te behandelen. Zes daarvan - de helft dus - worden
met 5% verhoogd, de overige zes met percentages van 9 tot 82.
Onze fractie stelt zich uiterst terughoudend op ten aanzien van deze
verhogingen. In de gevallen waarin wij met het college meegaan doen wij
dat slechts dan als wij van het college de harde belofte krijgen dat
het volgend jaar onze uitgaven grondig worden doorgelicht en wij voor
stellen krijgen om tot structurele bezuinigingsmaatregelen te komen.
Voor 1982 moeten we dan zo ver zijn, dat we per tarief en per belasting
object kunnen bekijken of er al dan niet en in welke mate verhoging moet
plaatsvinden en niet weer in het automatisme van het hoogst mogelijke
percentage vervallen omdat de totale ontwerp-begroting daartoe aanlei
ding zou geven.