november 1980 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door Hopman's Zeevishandel ingesteld beroep te gen de weigering van een standplaatsvergunning. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitter! Wij stemmen in met het standpunt van de commissie voor de beroepschriften, maar ik wil nog een opmerking maken over het stuk dat ter inzage heeft ge legen. Het gaat daarbij om de problematiek rondom de vent- en stand plaatsvergunningen. Uit de stukken heb ik begrepen dat er op dit mo ment vijftien aanvragen liggen te wachten op een beslissing. Ik denk dat de gemeente, zoals op zoveel terreinen, ook op dit terrein wat ordenend moet optreden teneinde beroepschriften te voorkomen. Kan het stuk van de afdeling verder worden uitgewerkt en kan het dan ter be spreking komen in de commissie voor de ruimtelijke ordening, volks huisvesting, economische aangelegenheden en milieuhygiëne? De VOORZITTER: Dames en heren! De opmerking van mevrouw Van Gelder is duidelijk. In het college zullen wij bekijken of er enige snelheid in deze zaak kan worden betracht. Wij zullen ook bekijken in welke com missies deze zaak eventueel aan de orde kan worden gesteld. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door A.J.W. Steenman ingesteld beroep tegen de weigering van een bouwvergunning. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Voor het gebied waar de heer Steenman woont geldt een reeds heel oud bestemmingsplan Landelijk Ge bied, want dat bestemmingsplan dateert van 1961. In het hele gebied is dan ook geen agrariër te bekennen. Het bestemmingsplan moet daarom nodig worden gewijzigd. Vlak achter het terrein van de heer Steenman is een jeugdherberg die nog onlangs een bouwvergunning heeft gekregen teneinde een gebouw met ongeveer zeventig slaapplaatsen neer te zet ten. Wij vinden dat de heer Steenman erg veel in de weg wordt gelegd. Hij mag geen garage bouwen, terwijl ik meen dat bij zo'n woonhuis best een garage mag worden gebouwd. Onze fractie meent dat de heer Steenman tegemoet moet worden gekomen, te meer, daar de A.B.N. aan de Van Weedestraat gemakkelijk een bankgebouw mag bouwen op een plek waar eigenlijk woonhuizen moeten komen. Daaruit blijkt wel dat de ge meente Soest de bepalingen niet erg stringent hanteert; echter wel wanneer het kennelijk gaat om een mijnheer als de heer Steenman. Wij gaan niet met het voorstel akkoord. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! Ten onrechte vergelijkt de heer Visser deze zaak met een object dat uitzonderlijk is. Het gaat in het onderhavige geval om een woonhuis en daarbij wordt de regel gehanteerd dat er maximaal 40 m2 mag worden gebruikt voor een bijge bouw. Men zal begrijpen dat ik nu niet over de formele kant van het niet ontvankelijk verklaren spreek; die formele reden is juridisch belangrijker Inhoudelijk gezien kan ter plaatse geen bijgebouw van de gevraagde grootte worden toegestaan, omdat: a) wij steeds de regel hanteren dat er maximaal 40 m2 grond mag wor den gebruikt voor een bijgebouw; b) op het terrein een agrarische bestemming rust; c) er reeds andere bijgebouwen op hetzelfde terrein staan. De aanvraag staat dan ook buiten alle proporties. Vandaar dat de aan vraag wordt afgewezen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 225