december 1980
met de trendmatige verhoging wordt verhoogd, zodat men terecht zou ko
men op een bedrag van f. 27.000,-- (een stijging van ongeveer 6%).
De heer JONKER: Mijnheer de voorzitter! In de aanbiedingsbrief wordt
gesteld:
"In de driedeling van het beleidsplan komen ook welzijnsvoorzie
ningen voor, die niet in het welzijnsplan zijn opgenomen. Dit
betekent automatisch dat de realisatie van die voorzieningen eerst
kan plaatsvinden na 1984, behoudens tussentijdse wijzigingen."
Als wij onder dit laatste moeten verstaan, datdfe commissie welzijns
planning jaarlijks adviseert omtrent eventuele bijstelling van het
plan, zijn wij akkoord. Wij begrijpen dan echter niet, dat wordt ge
steld dat automatisch de realisatie van die voorzieningen pas na 1984
kan plaatsvinden. Elk jaar is de zaak toch weer open?
Verder wordt in de aanbiedingsbrief geconcludeerd dat het werk van de
commissie welzijnsplanning zeer gewaardeerd wordt (waar wij het mee
eens zijn)maar dat om financiële redenen een aantal aanbevelingen
niet kan worden overgenomen. Het valt te betreuren dat de commissie
welzijnsplanning eerst nadat ze het meerjarenplan en het welzijnsplan
1981 had afgerond of nagenoeg had afgerond, te horen kreeg dat voor
zieningen die geld kosten niet opgenomen konden worden. Het was beter
geweest de commissie op een veel vroeger tijdstip van de moeilijke fi
nanciële positie van de gemeente op de hoogte te stellen.
Enerzijds kunnen wij best begrijpen dat zo'n eerste jaar van anders
werken nog niet zo soepel zal verlopen. Anderzijds zijn wij van mening
dat het onjuist is een vergadering met de commissie welzijnsplanning
vast te stellen over opmerkingen die door haar zijn gemaakt naar aan
leiding van het onderhavige voorstel, nadat de raad daaraan zijn goed
keuring heeft gegeven. Overleg achteraf lijkt ons weinig elegant.
De taak en de bevoegdheden van de commissie welzijnsplanning zijn dui
delijk omschreven. Ik citeer uit de nota welzijnsplanning:
"De voorstellen en de adviezen die door de commissie worden uit
gebracht, zullen onverkort aan de raad worden voorgelegd, evenwel
voorzien van commentaar van burgemeester en wethouders."
De brief van 11 november 1980 van de commissie welzijnsplanning - het
is zoeven al geconstateerd - is niet nagezonden en ook niet voor de
raad ter inzage gelegd, terwijl dit in de financiële commissie is toe
gezegd. Evenmin hebben wij het commentaar van het college daarop.
Verder heeft het ons gewoon bevreemd, dat er geen leden van de com
missie welzijnsplanning waren uitgenodigd voor de behandeling van het
welzijnsplan in de diverse commissies.
Met het welzijnsplan 1981 zullen wij akkoord gaan, behoudens drie pun
ten.
Met betrekking tot punt 9 (het fonds kunstwerken) van het hoofdstuk
"Cultuur en educatie" willen wij het amendement van de PvdA steunen
ten aanzien van de trendmatige verhoging.
Met betrekking tot punt 4 (subsidie peuterspeelzalen) van het hoofd
stuk "Maatschappelijke dienstverlening" merken wij het volgende op. Op
verzoek van de financiële commissie komt er, naar wij aannemen, een
afzonderlijk voorstel vcor het exploitatietekort. Het opgenomen bedrag
voor 1981 zal dan ook verminderd moeten worden met f. 13.300,
Ook wij missen onder het hoofdstuk "Jeugdzaken" het punt: instellen on
derzoek crossterrein. Of wordt dit in 1980 al afgerond?
Wij kunnen ons vinden in de motie van de heer Visser inzake het samen
werkingsverband minderheden. Wij geloven dat het broodnodig is, dat
10