februari 1980
op de daken bij komen. In de artikelen stond dat degenen die op de CAI
zijn aangesloten, na vijf jaar moeten zorgen dat hun antenne van het
dak is. Wij hebben dit als college nog eens bekeken en wij hebben toen
geconcludeerd dat het toch wel een beetje een aantasting is. Ik heb,
omdat ik graag de reacties uit de raad wilde horen, zoeven niet het
woord willen nemen voordat er vanuit de raad was gesproken, maar het
college stelt thans voor de artikelen 265 en 358 niet in de Bouwveror
dening op te nemen. Wij zijn er nl. van overtuigd dat als de CAI goed
doorwerkt in Soest, de antennes vast en zeker verdwijnen.
Het voorstel, voor zover het niet de artikelen 265 en 358 betreft,
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarbij tevens wordt be
sloten dat de artikelen 265 en 358 uit de Bouwverordening worden ge
schrapt.
Voorstel tot wijziging van de Algemene Verordening Soest (2e wijzi
ging)
De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter.' Het college stelt voor arti
kel 8 te laten vervallen. Daarvoor zijn in het voorstel argumenten
genoemd. Maar er zijn ook tegenargumenten, argumenten om artikel 8 te
behouden en die kom ik in het voorstel niet tegen. Ik wil er een paar
noemen
In het voorstel wordt niet vermeld dat de toetsing door de AROB-rech-
ter beperkt is. Als bij de gemeenteraad beroep wordt ingesteld, worden
alle aspecten in de beoordeling betrokken. Maar daarvan is bij de
AROB-rechter geen sprake. De gemeenteraad mag de doelmatigheid in zijn
beoordeling betrekken, de AROB-rechter mag dat niet.
Volgens de huidige regeling is het zo dat de burger eerst naar burge
meester en wethouders gaat, dan bij de raad in beroep kan en vervolgens
naar de AROB-rechter kan gaan. Als het voorstel van het college wordt
gevolgd, wordt de situatie voor de burger zo, dat hij bij burgemeester
en wethouders een aanvraag kan indienen, dat als burgemeester en wet
houders het gevraagde afwijzen, hij bij burgemeester en wethouders
bezwaar kan maken en dat hij vervolgens het recht heeft om in beroep te
gaan bij de AROB-rechter. Het voorstel behelst dus in feite dat de ge
meenteraad wordt uitgeschakeld en wordt vervangen door burgemeester en
wethouders, waardoor naar mijn gevoelen burgemeester en wethouders in
eigen zaak als rechter gaan optreden.
Volgens onze opvattingen is het bestuur er voor de burger. Wij denken
dat de burger het als weinig bevredigend zal ervaren, dat burgemeester
en wethouders in verschil van mening tussen hem en het college, dus in
eigen zaak, rechtspreken en hem als zijn bezwaren zijn afgewezen, ver
wijst naar de rechter in Den Haag. De burger zal ook het argument dat
door de gemeenteraad buitenspel te zetten hij sneller in Den Haag te
recht kan, weinig aanspreken. En het zal hem zeker niet aanspreken als
hem zal blijken dat Den Haag alleen op rechtmatigheidsgronden en niet
op doelmatigheidsgronden toetst. Er is weliswaar in de AROB-procedure
een bijzondere procedure voor spoedeisende gevallen ingebouwd, maar die
procedure wordt toch echt niet eerder toegepast dan nadat het verzoek
om behandeling volgens de bijzondere procedure gegrond is bevonden;
met andere woorden: de AROB-rechter moet dan ook het spoedeisende van
de zaak erkennen, niet op doelmatigheidsgronden, maar op rechtmatig
heidsgronden
Wij hebben te maken met mondige burgers. De mondige burger zal zich bij
een meningsverschil met het college eerst tot de gemeenteraad wenden.
11