februari 1980 een snellere procedure zouden kunnen geven, een procedure die trouwens op dit moment al door vele burgers is gevonden; men zoekt meestal di rect de AROB-procedureDe praktijk heeft bewezen, dat men geen be hoefte bleek te hebben aan hetgeen in artikel 8 van de AVS is vermeld. Als artikel 8 wordt weggelaten, is het toch zo, dat als iemand be sluit tot een AROB-beroep, het college van burgemeester en wethouders in staat wordt gesteld om de zaak te heroverwegen, wat dan inderdaad niet via de gemeenteraad gebeurt. In de praktijk blijkt dat de herover weging wel eens bepaalde gunstige gevolgen heeft gehad. Het is dus niet zo, dat het college wat dat betreft direct de zaak zo sterk stelt, dat een burger geen recht zou hebben om de heroverweging te vragen. Heroverweging heeft met name plaats gehad met betrekking tot de Wo ningwet. Er geldt bij artikel 8 geen schorsende werking. Met betrekking tot een AROB-beroep geldt wel een schorsende werking en dat zou een bepaald voordeel kunnen inhouden voor de burger. Al met al meent het college dat artikel 8 eigenlijk zou kunnen worden geschrapt. Niet omdat het misschien overbodig zou zijn, maar omdat in de praktijk is gebleken dat men het niet behoefde. Uiteraard ook niet om de gemeenteraad te passeren, maar om de snelheid te bevorderen. En om te bevorderen, dat de burger rechtstreeks zijn toevlucht tot de AROB neemt, hetgeen in de praktijk vaak het geval is. Ik zou graag vanuit de raad vernemen wat men denkt van de stelling van de heer Gerth dat de artikelen 142 en 143 eigenlijk voor heroverwe ging in de commissie algemene bestuurszaken aan de orde zouden moeten worden gesteld. Ik weet niet of het goed zou zijn nu bepaalde artikelen uit het voorstel te halen ter heroverweging in de commissie. Ik dacht dat wij ernaar moeten streven vanavond het geheel te behandelen. Ten aanzien van de opmerking van de heer Onderdelinden dat in lid 1 van artikel 143 het eerste woord "voertuig" zou kunnen worden vervangen door het woord "aanhangwagen", kan ik zeggen dat wij hierover ook met de politie hebben overlegd en dat de politie vindt, dat het woord "voertuig" eigenlijk ook aanhangwagens omvat en dat handhaving van dit woord in het genoemde lid geen probleem zal geven bij de uitvoering van dit lid. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mijnheer de voorzitter! Ik wil u erop attenderen dat ik in de laatstgehouden vergadering van de commissie algemene bestuurszaken een voorbehoud heb gemaakt ten aanzien van arti kel 8. Wij zijn erop teruggekomen naar aanleiding van de notulen en toen hebben wij gezegd dat er nog fractieberaad over zou moeten worden gepleegd. Ik maak u hierop attent, omdat u zoeven hebt gezegd, dat de hele commissie met het voorstel akkoord is gegaan. De VOORZITTER: U heeft gelijk. Anderzijds is het zo, dat als in een commissie de meerderheid akkoord gaat met een voorstel, ik als voorzit ter ervan moet uitgaan, dat de commissie in haar totaliteit ermede ak koord gaat. Ik had er inderdaad bij moeten vermelden dat u in de com missie algemene bestuurszaken inderdaad heeft gezegd dat uw fractie op artikel 8 zou terugkomen. Ik heb dat overigens ook al verteld aan een der leden van uw fractie. De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter! Ik moet zeggen dat uw tegenar- gumentatie mij wat heeft verbaasd. In de eerste plaats omdat u begonnen bent met te zeggen, dat er geen geval bekend is waarin er beroep inge volge artikel 8 is ingesteld. Ik dacht toen: Nu is het gauw afgelopen, 13

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 32