februari 1980 De heer MENNEMijnheer de voorzitter! Op de vraag naar het aantal voor- bereidingsbesluiten dat tot nu toe genomen is door de raad, kan ik het volgende mededelen. Op 15 maart 1979 is er een voorbereidingsbesluit ge nomen ten aanzien van de Banningstraat-Noord. Op 19 april 1979 is er een voorbereidingsbesluit genomen ten aanzien van het woonwagencentrum. Op 16 augustus 1979 zijn er elf voorbereidingsbesluiten genomen, o.a. be treffende Soest-Zuid, Soest-Midden, Kom, Soesterberg en Ons Belang. Op 15 november 1979 is er een voorbereidingsbesluit genomen ten aanzien van drie aan elkaar grenzende plangebieden. Metbetrekking tot de prioriteiten en de vraag wat er met de voorberei dingsbesluiten gebeurt kan ik het volgende zeggen. Als wij een voorbe reidingsbesluit nemen, moet er binnen en jaar een ontwerp-bestemmings- plan ter inzage liggen. Dat is natuurlijk heel wat en dat halen wij niet. Misschien is er in Nederland een gemeente die het wel haalt, maar ik ken haar niet. Het gebeurt hier en daar wel eens. Wij hebben voorbereidings besluiten genomen juist om voortgang te hebben met de verschillende be stemmingsplannen, zij het ook dat er natuurlijk wel naar de provincie gegaan moet worden om verklaringen van geen bezwaar in het kader van de artikel-19-procedure. Bij Koninklijk Besluit van 5 november 1979 zijn enkele door ons in het kader van het bestemmingsplan Landelijk Gebied (nieuw) gepresenteerde voorschriften waarmede de Kroon niet akkoord wenste te gaan, geschrapt. Het ziet ernaar uit dat wij op 1 april a.s. het bestemmingsplan Landelijk Gebied (nieuw)dat deel uitmaakt van de zestig a zeventig bestemmingsplannen waarmede wij hebben te maken, gaan bespreken in de commissie ruimtelijke ordening, waarbij het ook zal gaan om een advies met betrekking tot de vraag of het wijzigen van desbetreffende voorschriften deel mag gaan uitmaken van de prioritei tengroep, dus of daaraan een hoge urgentie mag worden toegekend. De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter! Het gaat mij er in feite om, dat er naar mijn mening hard kan worden opgeschoten als een extern bureau wordt uitgenodigd om bij voorbeeld eens een maand te werken aan de wijziging van artikelen die gewijzigd moeten worden. Ik vind het van belang dat de mensen die in de betrokken gebieden wonen, eens weten waaraan zij toe zijn. Willen zij nu gaan bouwen, dan gaan er maanden overheen, moeten er alle mogelijke tervisieleggingen plaatsvinden enz. Ik meen dat er tot kortere procedures zou kunnen worden gekomen. De woningbouw heeft bij mij de hoogste prioriteit. Daar moeten wij als gemeente aan werken. Het werken aan het wijzigen van bestemmingsplanvoorschriften en dergelijke kan gemakkelijk door bij voorbeeld een extern bureau worden gedaan, het gaat daarbij om zeer eenvoudige zaken. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! In de commissie ruimtelijke or dening zal ook aan de orde komen of er wel of niet werkzaamheden betref fende het wijzigen van bestemmingsplanbepalingen zullen worden uitbesteed. De heer Van Poppelen zegt wel dat het wijzigen van bestemmingsplanvoor schriften gemakkelijk is, maar het betreft o.a. de aanlegvergunningen, de bevoegdheid van het college om nadere eisen te stellen aan de plaats, de vorm en de afmetingen van bouwwerken die geen gebouw zijn en de be bouwing met bouwwerken geen gebouw zijnde op gronden welke o.a. de be stemming natuurgebied, recreatieve doeleinden, sport en spel en volks tuinen hebben en dat is nogal wat. Door de Kroon is met redenen omkleed waarom ze met verschillende bepalingen niet akkoord is gegaan. Het is naar mijn mening dan ook nog maar de vraag of het wijzigen van die be palingen zo weinig werk is. Het is wel zo, dat wij in ieder geval pro beren klaarheid te krijgen in de totaliteit van werkzaamheden. Wij heb- gen daarbij te maken met zowel het maken van nieuwe bestemmingsplannen als het wijzigen van bestemmingsplannen. Wij hebben ter zake een be- 25

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 44