Waar en wanneer wordt dit aan de orde gesteld? Komt er een duidelijk
voortgangsschema waarmede de desbetreffende raadscommissies uit de weg
kunnen? Is het te verwachten dat er op korte termijn (bij voorbeeld
twee maanden) een gemeenschappelijke vergadering wordt belegd voor de
commissie voor maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid en
de commissie voor voorlichting en inspraak? Wanneer ik het woord inspraak
uitspreek, denk ik niet alleen aan omwonenden en welzijnswerkers, maar
vooral ook aan de woonwagenbewoners zelf.
Vorenstaande vragen verdienen nu antwoord om alle partijen het gevoel te
geven, dat werkelijk alles wordt gedaan om ondanks vooroordelen, onver
draagzaamheid en misverstanden optimale kansen te scheppen voor het doen
welslagen van een plan dat in Eemland tot een goed voorbeeld kan strek
ken
De heer GOOTE: Mijnheer de voorzitter! De beslissing waarvoor wij nu
staan is een logisch gevolg van hetgeen waartoe in het verleden is be
sloten. De rijksoverheid heeft met betrekking tot de woonwagenkampen ge
kozen voor een spreidingsbeleid en in dat kader heeft ook de gemeente
Soest de verplichting om een woonwagenkamp van beperkte omvang op haar
grondgebied te vestigen. Wij kunnen en willen niet aan een dergelijke
verplichting ontkomen, want wij hebben onze verplichtingen ten opzichte
van onze medeburgers-woonwagenbewoners. Als consequentie daarvan hebben
wij op 16 maart 1978 na ampele overweging een plaats bepaald voor het
woonwagencentrum en toen is de hele procedure met betrekking tot het be
stemmingsplan Koninginnelaan gestart.
Het is niet onbegrijpelijk dat er bezwaren vanuit de bevolking zijn ge
komen; ik denk dat er ook bezwaren zouden zijn ingebracht, wanneer voor
een andere vestigingsplaats van het woonwagencentrum was gekozen. Wij
hebben de taak de pro's en contra's tegen elkaar af te wegen. Wij vinden
dat de bezwaren ongegrond verklaard dienen te worden, want het maat
schappelijke belang van de vestiging van het woonwagencentrum verdient
prioriteit boven de belangen van de bezwaarden.
Over de sociale begeleiding is nog niet lang geleden uitgebreid gespro
ken in de commissie voor maatschappelijke dienstverlening en volksge
zondheid. Het college heeft tijdens die commissievergadering onder meer
gezegd, dat het weinig zinvol zou zijn om nog specifieke activiteiten
met betrekking tot de sociale begeleiding van de buurt te ontwikkelen
voordat de beslissing over het bestemmingsplan door de raad zou zijn
genomen. Die lijn, onlangs door het college ook verdedigd in de commis
sie voor ruimtelijke ordening, heeft onze instemming. Ik heb namelijk
niet de illusie dat de bezwaren van buurtbewoners zouden kunnen worden
weggenomen (of in enigermate verzacht), wanneer in deze fase een uit
gebreide vorm van sociale begeleiding aan de orde was geweest. Wel meen
ik dat de sociale begeleiding na het nemen van een besluit ter zake de
onderhavige voordracht zeer duidelijk een follow-up verdient. Na van
avond zal nadere inhoud en vorm moeten worden gegeven aan de sociale
begeleiding ten behoeve van de verschillende betrokken groeperingen
(in het bijzonder de buurtbewoners)
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Wij steunen dit voorstel van
harte
Ik wijs de heer Jonker erop dat ik gedurende de vier jaar dat ik namens
D'66 en de P.P.R. in deze raad zat, van D'66-zijde niet heb gemerkt,
dat er destijds bezwaren waren tegen de situering van het woonwagencen
trum aan de Koninginnelaan. Maar ja, D'66 was er toen even niet en nu
is die partij er wel. Blijkbaar betreurt deze partij het dat de raad
destijds heeft gekozen voor de Koninginnelaan. Wij vinden dat wij de
consequenties van die raadsbeslissing nu moeten dragen.
Ook wij geven de hoogste prioriteit aan de sociale begeleiding, zoals die
in december jl. in de commissie voor maatschappelijke dienstverlening
en volksgezondheid is uitgestippeld.