-^3 Gemeente
J Soest
Bijlage bij de notulen van de raadsvergadering van 25/11/1982
Afdeling IVa, nr. RB 82-237 Agendapunt 1
De raad der gemeente Soest
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Soest tot een financiële
ombuiging in 1983 ter grootte van 1.463.000,en verdere ombuigingen in 1984
en volgende jaren;
gelet op het feit dat reeds in maart 1982 duidelijk was, dat voor 1983 aanzien
lijke bezuinigingen dienden te worden doorgevoerd, zulks voornamelijk als gevolg
van belangrijke kortingen op een aantal rijksbijdragen en een toename van de jaar
lijkse rentelasten en personeelskosten der gemeente;
dat als voorbereiding op de nodige besluiten van B W en raad door een daartoe
speciaal ingestelde raadscommissie aan de hand van de begroting 1982 een lijst
van theoretische bezuinigingen is opgesteld, welke lijst in juli 1982 aan de be
trokken diensten, verenigingen en instellingen is toegestuurd met verzoek voor
1-10-1982 schriftelijk aan te geven welke gevolgen de vermelde theoretische be
zuinigingen bij effecturering voor ieders functioneren zouden hebben;
dat deze commentaren aan de raad zijn toegezonden tezamen met een eerste aanzet
voor de te kiezen bezuinigingen die burgemeester en wethouders na kennisneming
van de commentaren hebben opgesteld;
dat daarna door B W een definitief standpunt is bepaald, als geformuleerd in
het voorliggende voorstel aan de raad;
dat dit voorstel aan alle batrokken diensten, verenigingen en instellingen is
toegezonden met de uitnodiging desgewenst ter toelichting op de gevolgen die de
voorgestelde bezuinigingen voor ieders functioneren betekenen, het woord te
voeren op een daartoe door de raad belegde hearing op 17 november 1982;
dat de van stonde af aan gevolgde open procedure waaronder begrepen de toezen
ding van stukken in verschillende fasen van voorbereiding aan de verenigingen
en instellingen en de aan hen geboden mogelijkheid tot schriftelijk en monde
ling commentaar heeft geleid tot een herhaalde wederzijdse uitwisseling van
meningen voorafgaande aan de besluitvorming, in welke vorm inhoudelijk aan het
vereiste van vooroverleg is voldaan;
overwegende, dat voor 1983 de omvang der uiteindelijke bezuinigingen nog aanzien
lijk verder zal dienen te gaan dan de door het college voorgelegde uitgavenver-
mindering;
dat de financiële positie der gemeente de komende jaren niet beter zal worden,
maar zeer waarschijnlijk slechter als direct gevolg van de algemeen slechte
economische ontwikkelingen en de zwakke financiële positie der gemeente;
dat de in 1983 door te voeren bezuiniging derhalve zal dienen door te werken
in de volgende jaren;
dat daarnaast in de komende jaren aanvullende bezuinigingen zullen moeten wor
den doorgevoerd;
dat de omvang der aanvullende bezuinigingen nog niet exact valt vast te stellen
maar wel reeds indicatief valt aan te geven;
dat de aanvullende informatie van de zijde der instellingen bijstelling van het
collegevoorstel op een aantal onderdelen gewenst maakt;
dat voor een aantal instellingen invoering van de bezuinigingen per 1 januari
1983 niet mogelijk is vanwege de daaraan verbonden consequenties en dat voor
deze instellingen de ingangsdatum der bezuinigingen is gesteld op 1 juli 1983;
beslui t
T. bij het vaststellen van de begroting 1983 de volgende uitgavenverminderin—
gen als uitgangspunt te zullen nemen;