18 maart 1982 Wat dat betreft zijn wij van mening, dat de motie van Noordwijkerhout ondersteund dient te worden en de motie van CDA/WD niet. De VOORZITTER Toevalligerwijs is net een notitie gereed gekomen over de behandelwijze van dergelijke moties in deze raad. Het college heeft be sloten deze notitie voor te leggen aan de commissie A.B.Z.. In die notitie wordt voorgesteld., dat als de .meerderheid- van de raad over een motie wil spreken dan kan die raad daartoe besluiten. In dit geval konsta- teer ik dat de meerderheid over de ingediende motie van de CDA/WD frakties wil spreken. De orde zou ik nu aldus willen bepalen. Het is niet zo eenvoudig om vast te stellen welke motie verder gaat. Daar blijven verschillende opvattingen over bestaan. Ik wil daarom een praktisch voorstel doen, zonder aan te geven welke motie verder gaat. Ik wil beide moties in stemming brengen de motie van Noord wij kerhout en daarna de motie van CDA/WD. Gestemd wordt over de ondersteuning van de motie van Noordwijker- hout, die alsvolgt luidt -"De raad van Noordwijkerhout; in vergadering bijeen op donderdag 28 januari 1982; gelezen de bezwaarschriften tegen het door hem op 17 december 1981 genomen besluit, de inhoud van de zogenaamde Motie Hellevoetsluis niet van toepassing te verklaren voor de gemeente Noordwijkerhout; met een groeiend aantal burgers zich pijnlijk bewust van en ongerust over de gestadige escalatie van de kernbewapening in zowel de landen van het Warschaupact als in die van de N.A.V.O. zich bewust van de mogelijkheid voor gemeentebesturen, zich als lagere overheid uit te spreken over deze problematiek, met name waar deze raakvlakken heeft met gemeentelijke belangen, hetgeen onlangs ten overvloede nog werd bevestigd door de Minister van Binnenlandse Zaken gelezen de moties te dezen aanzien van de gemeenteraden van onder scheidenlijk Hellevoetsluis en Vlieland en van de adviesraad Ilssel- meerpolders beseffend dat afwijzing door één gemeente tot gevolg zou kunnen hebben, dat bij eventuele plaatsing van kernwapens een andere Nederlandse ge meente het kind van de rekening zou kunnen worden, reden waarom hij de moties van Hellevoetsluis, Vlieland en IJsselmeerpolders in dit opzicht als te beperkt beschouwt zich intussen terdege bewust van de omstandigheid, dat aanvallen van de vijand in eerste instantie gericht zullen zijn op vernietiging van die plaatsen waar kernwapens staan opgesteld besluit 1. de Nederlandse regering mee te delen, dat grote delen van de bevolking van Noordwijkerhout met angstige bezorgdheid de escalatie van de kern bewapening in Oost en West gadeslaan en dat deze angstige bezorgdheid door het gemeentebestuur gedeeld wordt 2. de Nederlandse regering mitsdien te verzoeken zich tot het uiterste in te spannen, teneinde binnen NAVO-verband te bereiken, dat de poli tiek primair gericht gaat worden op het verantwoord doorbreken van de vicieuze cirkel der escalatie 3. de Nederlandse regering mee te delen, dat het gemeentebestuur van Noordwijkerhout eventuele plaatsing van kernwapens op het grondgebied van zowel zijn gemeente als van welke andere gemeente in Nederland ook, ten stelligste afwijst op grond van de overwegingen, vermeld in de considerans van deze besluiten, met name op grond van het ver hoogde gevaar voor de betrokken gemeente, het centrum te worden van een vernietigingsaktie van de vijand en 4. het college van Burgemeester en Wethouders van Noordwijkerhout opdracht

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 39