18 maart 1982 Als ik deze zin nu zo formuleer zult U zich ongetwijfeld herinneren dat U dat voorstelt in plaats van de meerjarenbegroting. Maar die dingen horen bij elkaar. Men moet planning niet losmaken van finan ciering. Als men planning losmaakt van financiering dan verdwijnt de planning in de rook. Dat hebben we in het verleden met elkaar toch wel kunnen leren. Als we het niet hebben geleerd, dan zijn we hard leers. Meer dan ooit is het o.i. noodzakelijk dat telkenmale direkt vanaf de aanvang duidelijk wordt gemaakt wat een beleidsombuiging of een nieuwe taak uit financieel oogpunt betekent wat er voor moet worden geofferd of opgeofferd. Mevrouw ALLARD-KNOL Kunt U mij misschien uitleggen wie nu dat beleid moet maken op grond waarvan ambtenaren projectenlijsten produceren etc. Hoe gaat dat getoetst worden. Ik begrijp uit uw verhaal, dat de werk groep tot taak krijgt te kijken waar volgens hun inzien meer bezuinigd zou kunnen gaan worden om zo meer gelden te krijgen. Als dat niet zo is, vertelt U mij dan eens op grond van welk beleid men dan gaat strepen. Heer BOLHUIS Mevrouw Allard gaat van de situatie uit, dat men gaat strepen. Als mevrouw Allard nu in de werkgroep zitting zou nemen zat ze er zelf bij om te beoordelen of men ging zitten strepen. Mevrouw Allard wil echter niet in de werkgroep zitten, omdat ze Mevrouw ALLARD-KNOL Mijnheer de voorzitter, daar hebben wij nog geen uitspraak over gedaan. Heer BOLHUIS U heeft er wel uitspraak over gedaan. U hebt gezegd, dat U niet in de werkgroep zitting wil nemen. Ik begrijp nu dat U niet in de werkgroep gaat zitten, omdat men gaat zitten strepen. Ik vind dat een vreemd argument om niet in een werkgroep te gaan zitten omdat meh gaat strepen. Mevrouw ALLARD-KNOL Mijnheer de voorzitter, ik heb duidelijk gezegd waarom wij niet in die werkgroep zitting willen nemen. Heer BOLHUIS Ik was aan het uiteenzetten, dat de werkzaamheden van de werkgroep zouden kunnen leiden tot een berekening van de financiële konskewenties van bepaalde beleidszaken voor volgende jaren en dan langs die weg zou kunnen worden gekomen tot een flexibele meerjaren begroting. Daarom gaan wij niet accoord met de uiteenzetting onder punt 5, een beleid zonder financiële planning voor de volgende jaren. Een financiële planning die dan ook een verantwoorde selektieve keuze moge lijk moet maken, gebaseerd op politiek beleid. In het kader van deze financiële ombuiging kan daar door de werkgroep ad hoe een eerste aan zet voor worden gegeven. Met die eerste aanzet moet dan verder worden gewerkt, opdat burgemeester en wethouders voor de komende raad komen tot een flexibele meerjarenplanning in tegenstelling tot hetgeen onder punt 5. wordt gesteld. Als in de werkgroep alle frakties zijn vertegen woordigd dan zullen we gezamenlijk onze schouders onder dat werk zetten Wij vinden dat een goede zaak. Gezamenlijk zullen we de moeilijkheden het hoofd moeten bieden. Alleen in deze mentaliteit zullen we slagen. Daarom doe ik een dringend beroep op alle frakties om nu niet aan de kant te blijven staan, maar om zich mede in te zetten voor het wel slagen van deze operatie. Mevrouw Allard zegt dan, dat zij twee redenen heeft om niet mee te doen. In de eerste plaats omdat zij heel iets anders wil. Wat let mevrouw Allard om dat heel iets anders in de werk groep ter discussie te stellen, maar dan niet met woorden doch met cijfers in de vorm van een meerjarenplanning waaruit blijkt, dat het beoogde doel wordt bereikt. Niets zal haar dat beletten. Alleen twijfel ik aan de reële mogelijkheid om uit te gaan van een absoluut minimaal bedrag, zoals ze stelt, en dan een volgende laag er boven op etc. totdat het bedrag bereikt is waarop het evenwicht zou zijn verkregen. Dat zouden we nu in die werkgroep kunnen bespreken als -14

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1981 | | pagina 49