Blad 5 Als ik U goed heb begrepen gebruikt U de tijd tussen vanavond en de dag van die raadsvergadering voor aanvulling, wijziging, verduidelijking van uw voorjaarsnota, mede aan de hand van opmerkingen en vragen in deze ver gadering en mede daarom hebben wij dus geen standpunt bepaald en zullen wij ons vanavond berperken tot het stellen van vragen en het maken van opmerkingen. Vragen waarbij wij de voorkeur hebben, dat zij door het college schriftelijk zullen worden beantwoord in de toegezegde aanvulling van de thans aan de orde zijn de nota, zodat wij e.e.a. in onze fraktie goed kunnen behandelen. Wij dringen er bij U op aan, dat die beantwoording ons 'tijdig zal bereiken en als wij die stukken niet tijdig kunnen krijgen dan zou overwogen moeten worden de behandeling uit te stellen tot de raadsvergadering van juni. - Al sinds jaar en dag is er vanuit deze raad aangedrongen op spoed omdat deze financiële operatie door uitstel steeds pijnlijker wordt en is geworden. Ik moet constateren dat het college daarvoor jaren heeft nodig gehad. De gemeente raad krijgt hiervoor enige maanden de tijd en ik beschouw dit als een compliment voor de raad. - Een tweede opmerking heb ik over de waarde die aan sommige uitspraken van het college moet worden toegekend. Ik denk hierbij aan de brief van het college van 12 november 1980, secr. nr. 12875, over de begroting 1981. In die brief kunt U op het laatste blad de mening van het college lezen"De voorbereiding van de bouw van een nieuw politiebureau zal worden voortgezet omdat de kosten van dit nieuwe bureau niet ten laste van de gemeentebegroting zullen mogen komen'.' En wat zien wij nu, een raming van een jaarlast voor de gemeente van 100.000,en wie weet wat er per jaar bijkomt als zo wordt gehandeld. Mijnheer de voorzitter, in de vorige raadsvergadering is door U op dit punt gesteld "Wij streven ernaar zo dicht mogelijk bij de normvergoeding der rijksbijdrage uit te komen'.' Wij zijn van mening, dat het streven erop gericht moet zijn binnen deze normvergoeding uit te komen en dat geen kosten ten laste van de gemeentebegroting zullen mogen komen. Wij houden het college dus aan zijn brief van 12 november 1980. - Over de gehanteerde criteria, die toegepast zijn is het ons wat moeilijk geval len die terug te kunnen vinden in het onderhavige voorstel. Wij zouden graag van het college op dat punt een nadere uiteenzetting ontvangen. - Met betrekking tot de toekomst het volgende. U schrijft in het voorstel - blz. 12 - dat het financiële beleid fundamenteel gewijzigd zal moeten worden en dat thans enkele voorzichtige passen op deze weg gezet zijn. Onze vraag is in welke richting de gedachten van het college gaan m.b.t. de volgende stappen op deze weg en waartoe leidt deze weg? Wat betekent die zinssnede eigenlijk fundamenteel te wijzigen beleid'Is er eigenlijk al wel een visie op bij het college op zo'n totaal nieuw beleid en zo ja, welke visie - Inzake de sanering van het grondbedrijf wil ik het volgende opmerken. Blijkens het commentaar dat destijds op uw verzoek is uitgebracht door de Heer van der Horst - directeur van Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de V.N.G - is het berekende tekort van het grondbedrijf te beschouwen als een globale indicatie van het minimale tekort. Kan het college ons nader inzicht geven en indien dit tekort hoger moet worden gesteld ons de financiële conse quenties daarvan mededelen? - Uit het overzicht van de overige gronden blijkt, dat verschillende percelen moeten worden uitgenomen en worden overgebracht naar de algemene dienst. Hieruit kunnen en zullen ook in het algemeen - zoals al is gebleken - kapitaalslasten in de algemene dienst van de gemeente voortvloeien. Is bij het geraamde begrotings tekort voor de jaren 81/84 hiermede al rekening gehouden? Mevrouw Korthuis-Elion Ook wij zien deze vergadering als een gecombineerde commissievergadering en in dat kader zou ik voorshands willen volstaan met een aantal vragen, zonder op dit ogenblik een waarderingsoordeel te geven. Wij hebben met genoegen kennis genomen van het feit dat uw college niet alleen wil saneren, maar ook blik op de toekomst werpt. - Op blz. 5 noemt U dan een aantal punten van het toekomstiggrondbeleid en dat stelt ons voor raadsels. U stelt, dat een aktief grondbeleid gevoerd moet gaan worden, maar dat wel pas acinkopen zullen worden gedaan als vaststaat dat het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 122