Blad 11
Ik dacht dat, terecht, het college in de voorjaarsnota er van uitgaat
dat het in de toekomst nodig zal zijn een stringenter grondbeleid te
voeren dan in het verleden en vandaar dat er op bladzijde 5 wat gedachten
zijn neergeschreven waaraan dan zou moeten worden voldaan.
Mevrouw Korthuis zegt, dat er enerzijds staat dat wij toch een aktiever
grondbeleid moeten voeren, maar dat anderzijds de aankoop van de gronden
eerst zal moeten plaatsvinden indien vaststaat dat het plan, waarvoor de
aankoop plaatsvindt wordt aanvaard en financieel uitvoerbaar is. Gevraagd
wordt dan of deze twee uitgangspunten met elkaar te verenigen zijn.
Ik ben van mening, dat alvorens U besluit om grond aan te kopen moet
dan, veel stringenter dan in het verleden, vaststaan dat U inderdaad die
gronden voor één of ander doel nodig heeft en inderdaad wil gaan exploi
teren en voor welk doel je die gronden in exploitatie neemt. En ook dat
U dan wilt weten of het dan financieel een goede zaak is. Dat is toch de
enige manier om de calamiteit, die zie}) in het verleden heeft voorgedaan,
te voorkomen
Ik hoop, dat de wet die kortgeleden in de Tweede Kamer is vastgesteld daar
bij de helpende hand zal bieden, omdat daarbij de gemeente het voorkeurs
recht krijgt toegewezen om gronden aan te kopen, zodat daarmee ook de angst
die veel gemeenten in het verleden hadden, dat als ze eerst tot aankoop over
gingen nadat er een plan was vastgesteld of althans in voorbereiding was,
dan eventueel projectontwikkelaars of speculanten zich van die gronden
zouden meester maken. Als de gemeente het voorkeursrecht krijgt dan dacht ik
dat de angst daarvoor minder groot hoeft te zijn en dat we dan ook tegen een
later tijdstip zouden kunnen aankopen dan in het verleden weieens noodzakelijk
was. De prijsbeheersing wordt hier niet meegegeven, maar als de gemeente het
recht van voorkeur heeft dan betekent dit dat speculanten die gronden niet
kunnen aankopen, nadat eerst de gemeente uitgesproken heeft of zij van dat
voorkeursrecht gebruik zullen maken. De prijs wordt bepaald in onderling
overleg tussen koper en verkoper. De nieuwe wet geeft de gemeente geen
mogelijkheid om de prijs te bepalen.
Mevrouw van Gelder heeft de vraag gesteld of er kosten/baten analyse is gemaakt
m.b.t. Klein Engendaal om te zien of het wachten met in exploitatie brengen
van Klein Engendaal wel de juiste methode is, dan wel moet het niet eerst of
gelijktijdig met een ander gebied in exploitatie werden gebracht. De gelijk
tijdigheid wordt in de weg gestaan, omdat het niet mogelijk is zoveel woningen
te bouwen als de gemeente wil. Het gaat om de keuze Overhees of Klein Engendaal,
want tegelijkertijd is niet mogelijk. Als wij zouden kiezen Overhees te laten
rusten en Klein Engendaal in exploitatie te nemen lijkt mij dit niet verstandig.
Wij zouden dan in Overhees renteverlies lijden op de gronden, die wij daar
reeds in eigendom hebben enerzijds en anderzijds zijn wij met de voorbereiding
van de bebouwing in Overhees een heel eind gevorderd. Tevens moet gedacht worden
aan het winkelcentrum wat wordt opgezet in Overhees
Heer Kingma Het ligt niet in de bedoeling van deze vraag om welke vertraging
dan ook bij de plannen van Overhees te maken. Het gaat er om, dat er op dit
moment nog niets t.a.v. de planvoorbereiding in Klein Engendaal gebeurt voor
zover wij weten. Onze vraag was, dat het goed zou zijn eens te kijken of Klein
Engendaal niet op een eerder moment in behandeling zou kunnen gaan nemen en
dat afwegen tegen de kosten, die je daarvoor moet maken omdat dat voor een
groot gedeelte extern zal moeten worden gedaan, en de rentelast, die anders een aant
jaren langer gedragen zal moeten worden.
Heer Kruitwagen Wij hebben natuurlijk behalve Klein Engendaal ook nog het Park-
laangebied. En daar zijn wij wel mee bezig. Zodoende ben ik van mening, dat het
heel goed mogelijk zal zijn - met of zonder inschakeling van externe mensen -
een bestemmingsplan en een exploitatieopzet voor Klein Engendaal voor te bereiden,
maar ik heb de indruk dat dit in zijn totaliteit om een te groot aantal woningen
zal gaan om die tegelijkertijd te gaan bouwen. Dat brengt mij tot de gedachte -
hetgeen ook de gedachte van het college is - om na Overhees onmiddellijk te gaan
beginnen met Klein Engendaal.
-12-