januari 1981
denk ik.
De VOORZITTER Eén van de andere leden nog in tweede instantie, zo
niet dan is het woord aan de wethouder.
Heer MENNE Dank U wel voorzitter. Dames en Heren. Het college beseft
heel wel, dat het geen sympathieke houding in vele ogen is. Maar het
besturen, dat is natuurlijk niet altijk sympathiek zijn. Het is mooi
als je het mee kunt nemen, maar het gaat om de goede afweging te heb
ben. Daarbij hoort ook de basis. Eén van de steunpilaren van de ruim
telijke ordening, nl. de economie, maakt wel degelijk deel uit van
de ruimtelijke ordening, als je het ziet vanuit de optiek juist van
die ruimtelijke ordening. Als U zegt, mevrouw Korthuis en mijnheer
Oldenboom dat het eigenlijk een ruimtelijke ordeningsprobleem is en
we moeten bekijken wat de voorzieningen zijn. Als die ruimte daar
gelaten wordt - wat voorzieningen zijn-en er is onduidelijkheid, dan
is eigenlijk nu het moment, voorzitter, om duidelijkheid te brengen
in het woord voorzieningen. Wat bedoelen we met voorzieningen, dat
kunnen wij nu duidelijk maken. Daar is een formulering voor te be
denken en dan kunnen wij het bestemmingsplan ook wijzigen zo dat
nodig is. Ik ontraad U toch de legalisering. Ik ken verschil-
lende woningen daar in de buurt en dat is niet alleen daar, maar
dat is ook bij andere bestemmingsplannen. Het hek is van de dam dames
en heren. Ja, ik waarschuw U, U mag mij daar nooit meer over aan
spreken. Ik meen dit, want ik weet wat er gebeurt in verschillende
van onze garages of het nu een huurwoning is - en dus nog goedkoper -
of een eigen woning dan zeg ik, dat die basis werkelijk onderuit
wordt gehaald, als U zegt economie heeft niets met ruimtelijke
ordening te maken. Ik zeg U, dat wij plannen in Soest de winkels.
Ook vijftien jaar geleden bij het bestemmingsplan Soesterveen I, waar
het hier om gaat, dasr hebben wij een woonstraat gemaakt, daar heb
ben wij ingedeeld en duidelijk aantoonbaar gemaakt waar een kerk,
waar een school en waar Smitshof is geprojecteerd en waar de woning
en zijn geprojecteerd. Ik dacht, wij die zo vaak zeggen je moet de
wet niet naar de letter maar naar de intentie nemen, hier is de ge
legenheid raad op dit moment te zeggen, wat wij bedoelen met die
voorzieningen. Ik zeg U, het hek is van de dam. Misschien niet vol
gende week, maar wel daarna. Alle ogen zijn hierop gericht, met
name van diegenen, die al iets doen in een garage. Nou zegt U, waar
is de grens. De Heer Blaauw heeft het gevraagd. Concreet, waar ligt
de grens, de heer Oldenboom heeft er ook nog aan getipt. De grens
ligt hier. Nu moet ik toch de economie er weer bij halen. In een
winkelgebiedje komen in het algemeen alleen winkels en aanleuntoon-
bank verkopingen enzovoort.E.en dokter, een arts, een pedrcure - die
mensen en dat hebben wij in Nederland zo geregeld, dat is zo gegroeid
in West Europa in Duitsland en andere buurlanden hebben praktijk aan
huis aan de woning. De grens ligt daar, waar de praktrjk aan huis
normaal is en waar een winkel in een huis een winkel is. Wat denkt
U van de volgende stap - dat ligt nl. voor de hand - er komen uit-
hangbordjes. Er ontstaat toch een verandering.
Mevrouw KORTHUIS-ELION Dat schaadt de woningbuurt, dat heb ik al
gezegd en daarom moeten wij die bepaling 4 veranderen.
Heer MENNE Maar daar hangt al een uithangbordje. Dat moet dus weg.
Dat is dus een nieuw gegeven, als U zegt dat naar buiten niet mag
blijken dat het een winkel is. Het is wel zo, dat het hier gaat om
een grensgeval, letterlijk en figuurlijk want het is op een hoek en
men kan van de openbare weg zowèl aan de achterzijde en de zijkanten
zien, dat op het raam staat met grote letters "Haar Hobbyhoekje".
Het is inderdaad lief en erg aardig.