19 juni 1981
1. op zo'n kort mogelijke termijn een organisatie-onderzoek, als aan
gegeven te laten plaatsvinden en de resultaten daarvan, voorzien
van een advies, zo mogelijk voor de behandeling van de begroting
1982 voor te leggen aan de raad
2. 2n het onder 1. bedoelde advies tevens aan te geven, welke de meest
wenselijke organisatie is voor de ambtelijke verwerking van onder
werpen op de gebieden (sevtoren) ruimtelijke ordening en eigendom
men/grondbedrijf
3. de voor het gevraagde onderzoek te verstrekken opdracht niet eerder
te verlenen dan nadat overleg daartoe heeft plaatsgevonden in de
betreffende functionele commissies
4. in afwachting van een door de raad te nemen beslissing de personeels
formatie van gemeentewerken te bevriezen en de intussentijd ontstane
vacatures vooralsnog niet op te vullen dan wel - in uitzonderings
gevallen - na overleg met de functionele commissies.
Frakties C.D.A., V.V.D.P.v.d.A., D'66 en Progressief Soest"
Deze motie is ondertekend door Mevrouw J.Greefhorst-van Overdam, mevrouw
J.Allard-Knol en de heren A. Onderdelinden, F. Kingma en J. Visser.
Mijnheer de voorzitter. Wij zijn het verder eens met uw eerste voorstel
het grondbedrijf te saneren en de begroting voor 1981 voor dit grondbe
drijf vast te stellen. U hebt gelijk wanneer U op blz. 5 stelt, dat"het
onwaarachtig zou zijn uitsluitend te spreken over saneren als gevolg
van in het verleden plaats gevonden gebeurtenissen"Wilhelminalaan 24
is een sprekend voorbeeld van dat wanbeleid, blijkens een recente noti
tie van 10 juni van de directeur van het grondbedrijf.
De drie nieuwe richtlijnen voor het toekomstige grondbeleid op blz. 55
zijn voor Progressief Soest dan ook zeer essentieel.
Tenslotte gaan wij accoord met uw derde voorstel het begrotingstekort
1981 te dekken door te beschikken over een gedeelte van de saldireserve
Ik heb begrepen, dat wij straks bij de projectenlij sten hierop kunnen
terugkomen, hetgeen wij punt voor punt uitvoerig zullen doen en ik zal
ook dan van mijn hart geen moordkuil maken. Dank U.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM Mijnheer de voorzitter. Mag ik even
één moment. Ik had begrepen, dat U de voorstellen A,B en C etc. later
aan de orde zou stellen, maar ik hoor nu dat iedereen het gezegd
heeft. Ik wil dan ook wel zeggen, dat onze fraktie helemaal accoord
gaat met uw voorgestelde wijze van saneren grondbedrijf. Tekorten uit
saldi-reserve dekken ook helemaal accoord. Rioolrecht zullen wij apart
op terugkomen.
De VOORZITTER Ik zal trachten namens het college zo beknopt mogelijk
te antwoorden op uw beschouwingen, waarvan ik toch in zijn algemeenheid
constateer, dat het een voldoende opening moet kunnen geven voor construc
tief overleg. Ik hoop, dat we als we met name over de projectenlijsten
spreken dat wij daar dan tenslotte tot overeenstemming kunnen geraken
en dat betekent dat wij van alle kanten - TJ en wij als college - samen
elkaar moeten trachten te vinden. Ik begin bij mevrouw Greefhorst. Als
ik eenpaar punten uit uw tekst neem, dan blijkt daaruit toch een realis
tische aanpak. U zegt nu doorzetten, niet aarzelen, wij hebben er al
lang op aangedrongen. Het lijkt dan alsof U zegt, dat de voorzitter van
het college dat niet zou willen, maar ik neem dat U mijn Groningse
achtergrond in deze daarin meet betrekken.
-13-