19 juni.1981
De VOORZITTER Ik heb behoefte oio even overleg mfet het college op dit
punt.
Heer HOEKSTRA De aangepaste motie daar blijven toch dingen in staan
met die vier aandachtspunten die zo de sectie eigendommen en de secre
tarie-afdelingen betrekken bij de hele zaak en het wordt toch een bebtje
een verwarde boel. Het lijkt mij het beste, dat wij het zo doen. De
geest waarin mevrouw Korthuis gesproken heeft spreekt mij aan. Om
deze motie nu helemaal om te buigen en daar van allerlei kuren mee uit
te halen is niet goed. Mtetbeollege staat op het standpunt, dat wij ten
opzichte van het personeel met een schone lei moeten beginnen en niet
met een stel voorwaarden vooraf. Dus ik zeg IJ toe, dat de notulen zo
vlug mogelijk gemaakt worden. Dan staan de afspraken, die wij nu
maken zwart op wit en die afspraken zijn dat wij overleg gaan plegen
met alle commissies die genoemd zijn met het hoofd van dienst en
dat wij in oktober uiterlijk november met een voorstel van het college
zullen komen en dit aan U voorleggen.
De VOORZITTER Ik spreek de hoop uit, dat de raad voldoende vertrouwen
heeft in het college. Het is tenslotte een zaak die toch wel heel ge
voelig ligt ook wel naar het personeel toe en ik zou graag willen
onderstrepen wat de wethouder zegt op dit punt.
Heer HOEESRRA: Ik wil er nog één ding aan toevoegen. Het is de laatste
lh jaar al zo, dat elke vacature die er is bijzónder nauwkeurig be
keken wordt. Deze maand bijv. gaan er twee de dienst verlaten en die
vacatures worden niet vervuld. Dat is sinds september met een man of
5 gebeurd. Om hier nu deze onrust te zaaien willen wij niet. Laten we
met het personeel, wat daarvoor gekozen is deze zaken bekijken. De wil
is hier goed aanwezig. Dan geloof ik dat we het beste resultaat be
halen en dat wilt U met elkaar. Dat wil ik ook, alleen ik wil graag
de mensen recht in de ogen kijken en van tevoren daar goed overleg
over hebben. U moet mij het niet onmogelijk maken. Dank U wel.
Mevrouw KORTHUIS-ELION Ik en wij geloven allemaal, dat zoals de
wethouder het nu schetst daar toch nog een interpretatie van de motie
is als zijnde een doorn in het personeelsbeleid. Dat is uitdrukkelijk
niet de bedoeling. Waar het ons echter om gaat, is dat er zaken ge
daan worden en dat er spoed wordt betracht. De motie eindigde dat wij
in oktober het plaatje wilden hebben, zodat we beslissingen konden
nemen en als U ons toezegt en dat staat in de nota. Je krijgt in
oktober dat plaatje, dan hebben wij in feite bereikt waar het ons om
gaat, zij het dat wij dan verschillen over de scherpe kanten die
aan de motie zouden zitten. Als U ons dat nu toezegt voor oktober
dan kunnen wij wat onze fraktie betreft akkoord gaan.
Mevrouw ALLARD-KNOL Als ik nu de wethouder hoor, dan denk ik wat
een afschuwelijke motie is dat geworden en dat is eigenlijk helemaal
niet de bedoeling geweest. We zijn bezig met structurele bezuinigingen
en dat kun je gaan zoeken in een aantal aktiviteiten af te stoten,
wat je dan doen, maar dat heeft wwer directe consequenties voor je
personeelsbestand. Dat is denk ik een heel moeilijke zaak, ook voor
het college ook voor de diverse diensthoofden om al die verbanden
te zien. Mede uitgaande van wat U zelf schrijft over het personeels
beleid, uitgaande wat er in het rapport van Berenschot staat was onze
gedachte om alvast als frakties om te zeggen College dat is prima
zo, zo moetje het gaan doen en dan heeft U van ons als raad een motie
in de hand, waar U o.a. een organisatie-onderzoek meu zou kunnen or
ganiseren. Er staan geen erge dingen in. Er staat aandacht schenken aan
en verzoeken; dat zijn heel milde bewoordingen.
-44-