2 februari 1981
Een te zware aantasting van de algemene reserves en de saldireserves
in plaats van zo geleidelijk mogelijke afschrijving dient zo enigszins
mogelijk te worden voorkomen. Zij zijn moeizaam opgebouwd! De be
lastingverhogingen in het verleden hadden de goedkeuring van de
Wd-fraktie op voorwaarde dat de resultaten van die jaren dan ook
in de reserves terechtkwamen. Deze nu ineens afbreken zou potver
teren zijn, evenals het gebruiken van renten van deze reserves.
Wanneer er beweerd wordt dat het tekort van het Grondbedrijf gedekt
moet worden uit de algemene reserves - ook zonder of voordat er sprake
is van een laatste redmiddel - dan, mijnheer de voorzitter, achten wij
die opmerking onjuist. De verordening op het Grondbedrijf is niet ge
schreven voor uiterst netelige situaties als die waarmee wij ons thans
gekonfronteerd weten. Het belang van een goed totaal bestuur van onze
gemeente laat overigens geen overdreven formalisme in deze toe. Even
min als ovërhaaste beslissingen waarvan wij later spijt kunnen krijgen.
Terugkomende op de woningbouw, meneer de voorzitter, willen wij de
volgende opmerkingen maken.
Zoals uit eigen waarneming en talloze publikaties blijkt, zit ons
volkshuisvestingsbeleid in de knel. Een ruimere interpretatie van de
VijfvingerTheorie is noodzakelijk om bestemmingsplannen sluitend te
krijgen. Is het niet waar dat zonder deze verruiming het bijna niet
mogelijk is om nog huizen in de goedkopere sektor te bouwen? Wij
hopen - en overleg met de V.N.G. lijkt ook gewenst - dat de Kroon
met betrekking tot de V.V.T. spoedig in de kwestie Zwartewegje uit
spraak zal doen, omdat zonder bredere uitleg van de V.V.T. bestemmings
plannen niet goed exploitabel te maken zijn. Wij willen U vragen wan
neer is de uitspraak te verwachten
Nogmaals, mijnheer de voorzitter, bij ons staat centraal de individuele
vrijheid, die een van de pijlers is van liberale politiek en ten aanzien
van de volkshuisvesting betekent dit doorbreking van de stagnatie in de
woningbouw. De woningnood is nog steeds groot. Dat komt doordat de
overheid de werking van vraag en aanbod heeft uitgeschakeld en er niet
in is geslaagd een goed stelsel van verdeling tot stand te brengen. Dit
kan niet van vandaag op morgen. Als aanzet tot een betere verdeling
vraagt de liberale politiek uitbreiding van het woningbouwprogramma
en in het bijzonder van het eigen woningbezit, ook voor de minder draag-
krachtigen, dus voor brede lagen van de bevolking, met speciale aandacht
voor degenen die daaraan zonder gerichte overheidsmaatregelen niet toe
komen. Zoals ook de Nationale Woningraad in zijn informatiekrant van medio
november jl. stelt ik citeer "De voorkeur van de woonconsument moet
door de overheid niet met subsidies gemanipuleerd, maar in een zo groot
mogelijke vrijheid tot uitdrukking kunnen komen", einde citaat. Dat vergt
van de overheid een flexibel en ondogmatisch beleid, waarbij de overheid
voortdurend moet toetsen of kopers en huurders, gelet op de snelle en
soms nogal onverwachte ontwikkelingen nog wel redelijk en evenwichtig
worden tegemoetgetreden. Om een evenwichtige situatie onder de huidige
omstandigheden te bereiken, zou best eens - alzo ook de Nationale
Woningraad - een (voorlopig tijdelijk) gunstiger subsidieregeling voor
kopers van premie-B-woningen gecreëerd kunnen worden. De Tweede Kamer
besloot enige weken geleden de huursubsidies te verlagen ofwel de norm
quote - het bedrag dat men aan huur zelf moet betalen - te verhogen.
Daarnaast zou het ook best eens voordeliger en effektiever kunnen
zijn meer subsidie aan kopers te geven. Zoals de wethouder R.O. in
Soesterberg al aanvoerde, tonen ook officiële onderzoeken op dit
gebied aan dat naast individuele huursubsidie ook individuele koop
subsidie wenselijk is geworden. Wij stellen U de volgende vraag