2 februari 1981
Waar mijn fraktie echter steeds grotere moeite mee heeft is dat de ge
kozen aanpak depolitiserend werkt. Dit wordt nog eens versterkt door
de chaotische aanbieding van het materiaal.
Vroeger toen de raad nog zonder beleidsplanning werkte, was de begro
tingsbehandeling de gelegenheid om de uitgangspunten van het beleid
aan de orde stellen in een financieel kader. Nu voelen wij ons geremd
om in te gaan op de doelstellingen de prioriteiten en hetgeen wij van
uit onze visie op de gang van zaken in Soest belangrijk vinden. Dat
hebben wij al moeten doen bij de jaarlijkse bijstelling van het beleids
plan en de prioriteitstelling. En wij voelen ons ook geremd om in te
gaan op de wijze waarop wij de schaarse financiële middelen zouden
willen aanwenden. Ons zou verweten kunnen worden dat mijn fraktie
vooruitloopt op de discussie van het voorjaar (en gezien de aanbiedings
brief, waapin deze aspekten vrijwel ontbreken, kampt het college met
gelijksoortige remmingen)En uiteindelijk dreigen wij ons geremd te
gaan voelen in ons funktioneren omdat allerlei zaken nog geïsoleerd
aan de orde komen en er geen gelegenheid is om zaken te bespreken in
hun samenhang inhoudelijk-financieelEn natuurlijk zal het college
dan antwoorden, dat de beleidsplanning nog niet optimaal verloopt,
dat het een zaak is van lange adem, dat een meerjarenbegroting en
investeringsplan nog ontbreken. Maar jarenlang wordt hierover ge
sproken en niet alleen door onze fraktie.
Samengevat, mijnheer de voorzitter Een procedure van beleidsplanning
waar we ons op zich grotendeels nog altijd in kunnen vinden, doch die
dreigt te ontaarden in een technisch/procedureel geschuif met op zich
belangrijke doelstellingen en aktiviteitenwaar de burgers allang
niets meer van begrijpen en dientengevolge een lacher dreigt te maken
van de bedoelde democratische besluitvorming.
Mijnheer de voorzitter, vervolgens willen wij nog ingaan op een aantal
beleidsterreinen
1) Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Deze raad heeft de hoogste prioriteit toegekend aan de volkshuis
vesting. Maar als we nagaan wat er gebeurt op dit gebied dan is de
vraag of dit, zeker gezien de hoogste prioriteit, wel voldoende is.
Het geeft ons met name niet de garantie dat de voortgang in de
woningbouw op wat langere termijn zeker gesteld wordt en continuïteit
vertoont. Als wij in het huidige tempo blijven doorwerken, vrezen wij
dat deze raad in zijn zittingsperiode weinig meer tot stand brengt.
Niets wijst er op, dat het college dit voldoende onderkent en daad
krachtig er aan werkt daar in verandering te brengen. Ter toelichting
Met stomheid waren wij geslagen door de brief van de wethouder van
volkshuisvesting en ruimtelijke ordening aan de commissie R.0. van
december 1980, waarin hij zegt dat. het verstrekken van gegevens waar
uit zou kunnen blijken of uitbreiding van de capaciteit noodzakelijk
is op dit moment niet urgent is, omdat het niet meegenomen is in de
beleidsplanning. Mijn fraktie vindt dat in de voorjaarsnota aange
geven moet worden, welke capaciteit er nodig is om de kontinuïteit
in de volkshuisvesting te waarborgen. En ook op welke wijze het
college denkt deze capaciteit beschikbaar te krijgen. Of is het zo,
dat er wel voldoende capaciteit beschikbaar is, maar dat deze niet
efficiënt genoeg wordt benut Mijn fraktiegenoot, belast met de
portefeuille R.0. zal bij de hoofdstuksgewijze behandeling hierop
terugkomen
2) Werkgelegenheid.
Inmiddels is wel duidelijk dat de gunstige uitzonderingspositie die
onze gemeente innam voor wat de werkloosheid betreft, verleden tijd
is. Het werkloosheidscijfer stijgt snel. Het punt is dan ook bereikt
dat het in sociaal-economisch opzicht gewenst is dat een zodanige