15 oktober 1981 de meerderheid van deze raad dat nu ook wenst en daar dan tenslotte een conclusie uit wil trekken voor wat de reinigingsrechtenverhoging betreft. Ik constateer, dat de frakties van D'66, P.v.d.A. en Progressief Soest tegen de verdere behandeling zijn en dat de meerderheid van deze raad dat wel is. Ik stel voor, dan ook deze zaak nu verder te gaan behandelen. Mevrouw ALLARD-KNOL Wij zijn niet tegen verdere behandeling. Wij waren voor het voorstel van mevrouw Van Gelder. Dat is even iets anders en we hebben ook gezegd, dat als dit voorstel het niet haalt dan komen wij er op terug bij de reinigingsrechten. Verder zou ik U willen vragen of 1 november een fatale termijn is of is het een verzoek van het ministerie om zo mogelijk voor 1 november dit vast te stellen. Kan er niet één uitzondering zijn. De VOORZITTER Het is een zeer dringend verzoek van de staatssecretaris van financiën er zijn 800 gemeentes en alleen in deze raad al is er spraken van tien verschillende heffingendie moeten worden goedgekeurd. U moet zich voorstellen, dat betekent 8.000 voorstellen die dan alle- malle op het allerlaatste moment komen en ik vind, dat je dat de ambte naren in Den Haag ook niet aan kunt doen. Daar moeten wij rekening mee houden en wel degelijk het verzoek van de staatssecretaris serieus moeten nemen. Ik stel voor dit punt te behandelen bij de behandeling van dit agendapunt. Het ordevoorstel om punt IV reinigingsrechten een maand aan te houden van Mevrouw van Gelder wordt verworpen. Mevrouw KORTHUIS-ELION Drie delen, die in zwaarte langzamerhand opge voerd worden. Eerst de minst belangrijke, het voorstel tot vaststellen van diverse rechten en belastingen het eerste stuk daar heb ik een paar vragen. Punt twee gaat over de marktgelden, waarbij U voorstelt de kostendekking op te voeren tot 63%. Is in de marktcommissie aan de orde geweest wat precies kostendekking is en is aan de orde geweest, dat wij ook een grotere bijdrage, een soort zelfwerkzaamheid zouden hebben, zodat de kosten van de gemeente, die dan gedekt zouden moeten worden, minimaal zijn. De tweede vraag gaat over de nasporingen - leges - nrs 4, 19 en 26 c van de 39 punten. Hoe zit dat nu, met wat we wel of niet voor inlichtingen geven. Wie doet nasporingen. Ik dacht - punt 19 - dat we geen inlichtingen meer gaven uit de burgelijke stand dat hebben we afgeschaft vorig jaar en 26 c en b - inlichtingen uit het bevolkings register en abonnementen daarop - wat verstrekken wij allemaal. En hoe zit het met de afbouwing van het verstrekken van gegevens De VOORZITTER Daar hebben we hier met elkaar vorig jaar afspraken over gemaakt. Ik wil nog even nagaan wat die afspraken waren, ook op basis van de notulen. Het lijkt me onverstandig om op dit punt daar nu precies antwoord op te geven uit de losse pols. Ik zou dit nog even willen na kijken en me willen houden aan de afspraken, zoals die gemaakt zijn. Wat betreft de formele kant van de zaak als blijkt, dat de afspraken die gemaakt zijn nu niet juist in dit stuk staan dan dient het op dit punt te worden aangepast en volgt er een mededeling in de volgende raad. Mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG Mag ik U misschien even helpen, want het was een hele duidelijke afspraak. We gaven alleen nog maar inlicht ingen aan onderzoeken op gezondheidsgebied, die echt gericht waren. Verder aan niemand meer. Wat mevrouw Korthuis bedoelt, en ik ben op dit punt altijd een groot medestander van haar geweest, informatie uit het bevolkingsregister, zijn het gewoon die zaken die elke burger kan vragen voor rijbewijs, paspoort e.d., niet over anderen alleen maar voor zichzelf. Mevrouw KORTHUIS-ELION Dan voldoet de verordening niet meer aan wat wij op dit ogenblik geven, want dan heb je geen inlichtingen over kerk genootschap en abonnementen. Dat zijn toch geen gezondheidszaken. Uw voorstel, dat we dit aannemen en U het bijstelt en we de nieuwe versie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 281