14 december 1981
Dit nu, gebeurt op dit moment. De gemiddelde opbrengstprijs van de gronden is zo
laag, dat we vrijwel zeker nu reeds op deze gronden zullen verliezen. De belang
rijkste factor van de verlaging van de gemiddelde opbrengstprijzen is het weg
vallen van de ongesubsidieerde bouw.
Voeg hierbij de grote onzekerheid ten aanzien van de mogelijkheden om woningen
te bouwen tegen huurprijzen die woningzoekenden op dit moment kunnen of willen
accepteren en u ziet de problemen waarin we zijn terecht gekomen.
Nu blijft het voorspellen van de toekomst uiteraard een onzekere zaak.
In dit geval is het echter hoogst onverantwoordelijk te gokken op een snel
herstel van de woningmarkt en daarmee op de opbrengstprijzen van de gronden.
Men kan in de huidige situatie twee dingen doen.
a. Nog eens veel geld erbij lenen om de rente te betalen;
b. Bezuinigen, zodat we die rente niet behoeven te lenen.
Indien onze inzichten in de toekomst juist zijn, dan moet toch een keer
bezuinigd worden. Een kind kan begrijpen dat men niet kan leven van de rente van
zijn schulden. Alleen zal de operatie in de toekomst ingrijpender zijn, omdat we
op dit moment tegen een zeer hoge rente moeten lenen.
In het licht van de zeer krappe financiële situatie van Soest en de zeer hoge
rentestand moet ons een aantal zaken van het hart.
Als voorbeeld van onze kritiek de volgende opmerkingen.
Het eerste begrotingsvoorstel sprak over een tekort van 371.000,
Dit wilde u dekken door een belastingverhoging. Mogelijk is symptomatisch van
uw benadering dat u in recente stukken spreekt van een tekort dat ontstaan is
door het niet doorgaan van een belastingverhoging.
Ik geloof, meneer de voorzitter, dat dit niet uitsluitend een terminologisch
verschil is. Het tekort van 371.000,was ontstaan, omdat u niet bij machte
was voorstellen te doen "de tering naar de nering te zetten".
Van de genoemde 371.000,is tenslotte maar 140.000,-- als echte
structurele bezuiniging aan te merken.
Wij willen stellen, dat uw college o.i. nog niet voldoende de ernst van de
situatie inziet, althans zulks komt niet voldoende in uw voorstellen tot uiting.
Ook het voorstel om 60.000,te bestemmen voor individuele bijdragen voor
jeugd- en jongerenwerk verraadt een (nog) verkeerde mentaliteit. In het bijzonder
de voorzitter van deze raad, die tegelijk de portefeuille van financiën heeft,
zou o.i. stringenter als bewaker van de uitgaven moeten functioneren ook bij zijn
verdere taken als brandweer, politie en verkeer.
Hoe moet het nu met deze begroting? Wat betekent het als wij het voorstel van
het college volgen? Het voorstel van uw college is potverteren. Het eind zal zijn
binnen de volgende zittingsperiode een artikel 12-gemeente.
Willen wij niet de lasten naar de toekomst verschuiven, dan zullen wij nu moeten
ingrijpen; met name dient te worden gekeken naar die uitgaven, die de laatste
jaren relatief het meest zijn gegroeid. En voor nieuwe uitgaven zal moeten gelden
dat deze onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. Dat er ruimte wordt gevonden door
het schrappen van minder noodzakelijke uitgaven.
Alvorens nader op de uitgaven in te gaan enige opmerkingen over het gebruik van
de reserves. In slechtere tijden mogen reserves worden gebruikt. Van de saldi-
reserve mag 1/30 deel worden benut voor de gewone dienst. U gebruikt bovendien
uit de saldireserve ongeveer 300.000,voor de lasten van kapitaal-uitgaven.
Dit is onjuist en vergroot de moeilijkheden voor de volgende jaren en is bovendien
in strijd met de planmethode Berenschot.
De saldi-reserve kan wel zinvol gebruikt worden voor vervroegde afschrijvingen op
staat L2
Ook nog iets over de inkomstenkant. Uitgangspunt is, dat de Soester burger niet
zwaarder mag worden belast. Geen extra belastingverhoging dus. Ook zal voor diensten
meer betaald moeten worden. Mogelijk kunnen wij onze inkomsten wat sneller innen,
of rente bedingen bij te late betalingen. Dat levert geld op. Wij hebben de indruk,
dat hieraan geen maximale aandacht wordt besteed. Ook de verkoop van de overeen
gekomen eigendommen gaat te langzaam. We liggen ver achter bij de planning.