14 december 1981
Het kén en mèg niet zo zijn dat wij er alléén op uit zijn om tot lagere uitgaven
te komen. Het gaat er evenmin alléén om onze inkomsten te verhogen, waarbij wij
overigens - en dat verdient extra nadruk - heffingen en tarieven nauwkeurig
dienen te blijven bezien in het licht van het profijtbeginsel en van de koopkracht
van de burgers.
Meneer de voorzitter. Het gaat om méér! Gemeente en instellingen zijn gedwongen
zich meer dan ooit te bezinnen op wat werkelijk wezenlijk is! Vanuit die bezin
ning kan nieuwe creativiteit, kan nieuw élan ontstaan. Immers, nieuwe voor
zieningen zullen in een aantal gevallen zonder meer noodzakelijk zijn. Meestal
zal alleen de mogelijkheid open blijven om "oud" tegen "nieuw" af te wegen.
Dat wil zeggen dat nieuwe activiteiten uitsluitend dèn uitvoerbaar zijn, indien
andere bestaande voorzieningen hetzij in omvang worden verminderd, hetzij geheel
worden beëindigd. Voorzieningen die niet doelmatig meer zijn dienen te verdwijnen;
de zelfwerkzaamheid en de verantwoordelijkheid van de burgers dienen meer plaats
te krijgen, opdat althans een deel van de overvloed aan dure overheidsbemoeiingen
kan verdwijnen. Meneer de voorzitter. Er zijn zelfs socialistische prominenten
die dit - blijkens recente publicaties - zij het langzaam en noodgedwongen -
gaan inzien! Met voorzieningen die niet doelmatig meer zijn worden door onze
fraktie - dit ter voorkoming van misverstanden - óók, maar niet in de eerste
plaats bedoeld de voorzieningen in de culturele sector. Al te gemakkelijk wordt
in een tijd van economische recessie gegrepen naar bezuinigingen in juist déze
sector. Maar vooral wanneer het economische slechter gaat, de welvaart terug
loopt, is het van essentieel belang dat de culturele voorzieningen op peil
blijven, dat iedere burger in de gelegenheid gesteld wordt èlle cultuuruitingen
te kennen en aan die welke zijn of haar voorkeur hebben, deel te nemen. Maar
ondoelmatigheid dient ook hier te worden uitgebannen.
Meneer de voorzitter. Op financieel gebied is er in het achter ons liggende jaar
veel gebeurd wat als een bittere ervaring in de annalen van Soest kan worden
opgetekend. Met ons allen zijn we bezig geweest ons een beeld te vormen van onze
financiële situatie en die zag en ziet er niet rooskleurig uit. De voorliggende
cijfers liegen er niet om en in 1982 zullen wij ons zeer grote offers moeten
getroosten. Het is jammer dat de voorjaarsnota geen duidelijk totaalbeeld heeft
kunnen geven van de financiële ruimte in de komende tijd. Wij denken daarbij
vooral aan de ter hand genomen verkoop van een aantal huizen en niet meer
benodigde gronden.
Meneer de voorzitter Reeds in oktober 1978 heeft onze fraktie met nadruk
gewezen op de noodzakelijkheid van snelle ontwikkeling van Overhees III en IV.
Wij blijven aandringen op snelle woningbouw met het oog op
a. de nog steeds bestaande woningnood en
b. de met snelheid te bereiken beperking van het steeds toenemende renteverlies.
Onze fraktie staat wat huiverig tegenover verlaging van de post "bijzondere
voorzieningen" (blz. 37 van de aanbiedingsbrief) en de post "onvoorzien".
Deze verlaging lijkt op een bezuiniging, maar tegelijkertijd vallen eventuele
uitwijkmogelijkheden weg en kunnen financiële tegenvallers niet of nauwelijks
worden opgevangen. Voor 1982 blijven er nog vele onzekere faktoren die de voor
ons liggende begroting negatief kunnen beïnvloeden, zodat het wenselijk blijft
wat meer financiële armslag te houden. Indien u deze opvatting niet deelt dan
graag het waarom-niet.
Meneer de voorzitter. Het college stelt zich voor, het komende jaar een beknopte
ontwerp-structuurschets van Soest aan te bieden. Dat vinden wij géén goed idee,
als wij realiseren dat wij eindelijk eens al onze mankracht - beperkt als die
al is - moeten gaan steken in het afwerken van het RO.-werkplan en de grote
achterstand moeten gaan inlopen die er op dit gebied nog steeds bestaat. Vele
malen konden wij om louter formele redenen niet voldoen aan op zich gerecht
vaardigde verlangens van de burgers. Er moet nu eindelijk eens iets gebeuren!
Laten wij geen structuren opstellen die toch weer veel overleg vragen en die
alweer achterhaald zijn voordat zij goed en wel op papier staan,
