16 december 1981 voor huisvesting van bevolking, zijn we het daar wel mee eens en verder vinden wij dat wij aan de structuurschets, die de heer Menne nog steeds verdedigt, toch niet zo'n behoefte hebben. De VOORZITTER: Ik dacht dat in de beantwoording op een paar belangrijke punten moet worden ingegaan. Ten eerste zou er sprake zijn van afwijken van de methode Berenschot. Ik wijs erop, dat juist de fractievoorzitter van het CDA bij de be handeling van de voorjaarsnota, zij is nu jammer genoeg niet aanwezig, steeds heeft gezegd: "Denk er aan wij stellen een richtsnoer vast, maar elke keer als we voor de uitvoering komen dan komen wij nog weer en hebben wij de mogelijk heid om de beslissing definitief te nemen". Dat betekent dat ook zij rekening hield en terecht met mogelijke verandering van omstandigheden die het mogelijk zouden moeten maken om de zaak bij te stellen. Dat is dus ook hier het geval. Daar waar enige weken na het vaststellen van de voorjaarsnota er enige nieuwe rampspoeden over ons heen kwamen, die wij niet konden voorzien voor de voor jaarsnota. En omdat dat het geval was hebben wij de realiteit voor ogen gezien en hebben wij dan de zaak bij te stellen, met de mogelijkheden die je binnen de zéér korte tijd die je gegeven was, nl. 2 maanden vakantietijd, had. Het is niet alleen 2 maanden vakantietijd, maar ook gewoon de kwestie, zijn er moge lijkheden om toch nog dat gat van f. 1 miljoen zo goed mogelijk op te vangen en daar bezuinigingen voor te vinden. Nou, daar hebben we uitvoerig met elkaar over van gedachten gewisseld, daar zijn voorstellen voor gedaan. U heeft die ook allemaal gekregen. Ze staan ook in de aanbiedingsbrief, ze staan in andere brieven en stukken. En u heeft gezien dat wij dat zo goed mogelijk hebben inge vuld, maar tot onze spijt moesten we gebruik maken, zij het in beperkte mate, van de saldi-reserveOverigens in een mate niet verder dan gewoonlijk ook ge bruikelijk is in deze raad in de afgelopen jaren, nl. f. 300.000,Uitgaande ook dat een technische correctie op z'n plaats is. Dat was dus inderdaad wel een afwijking, maar wij waren er toe gedwongen en wij konden dat niet anders doen, wilden wij niet voorbij gaan aan de nieuwe bezuinigingen en de feiten die voor ons lagen De begroting moet tenslotte ook een sluitend beeld geven. Ik weet wel dat de heer Bolhuis zegt, hij is niet sluitend, maar met het gebruik van deze f. 300.000,-- van de saldi-reserves is het dat wel. Dat afwijken van de Berenschotnota, dat is heel bewust maar noodgedwongen dus gedaan op dat punt. Dan zijn er een paar van u, gelukkig niet allen, die zeggen dat wij vooruitschuiven. Daar ben ik het volstrekt niet mee eens. Wij zouden vooruitschuiven als wij niet op de suggestie van de CDA ingingen en gewoon de begrotingsvoorbereiding begonnen in januari en pas in september met de finan ciële commissie overleg over de begroting 1983. Juist dat doen we niet, we halen de zaak naar voren en dan zodanig, dat op zo kort mogelijke termijn, dat moet u toegeven, dat is maart, een zo goed mogelijke discussie hier kan plaatsvinden over een nader ombuigingsbeleid, wat bitter nodig is. Daarmee hebben we nog een tweede voordeel, nl. dat deze raad die zo goed is op de hele situatie, die wordt juist niet vergeten, die wordt er wel degelijk bij betrokken en kan dus aangeven hoe zij die ombuigingen wenst. En dat is een hele principiële discussie. En dat het CDA daar al een voorschotje op geeft door een paar voorbeelden te noemen waar zij vindt dat dat moet gebeuren, daar hebben wij natuurlijk nota van genomen. Daar zijn we niet aan voorbij gegaan. Integendeel, we zullen daar natuurlijk naar kijken, dat is logisch. Of het kan is een tweede. Maar ik wil er dus nog wel op wijzen dat je voor de begroting 1982, tenslotte begint het begrotingsjaar over een paar weken, niet de mogelijkheid hebt om daar nog enorme bezuinigingen en belangrijke ombuigingen in te verwerken. Dat is gewoon technisch niet mogelijk. En voor zover het wel mogelijk blijkt, dat wil ik dus ook toezeggen aan de heer Oldenboom, hetgeen meteen het antwoord is op het tweede punt wat hij heeft ge steld, als wij in maart tot beslissingen komen in deze raad - denkt u aan mijn pleidooi voor samenwerking en trachten inderdaad voldoende meerderheden te krij gen voor bepaalde besluiten - en die mochten al eventueel uit kunnen werken in - 8 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 363