16 december 1981
gelukkig ook niet en dat is ook niet de bedoeling. Ik wil maar zeggen het gaat
er u om dat wij bewust zo zuinig mogelijk en zoveel mogelijk samen rijden als
het kan en dat doen we ook, dat zult u ongetwijfeld ook wel eens een keer ge
zien hebben dat het college meer samen op weg gaat als dat enigszins kan.
Wij zijn ons zeer bewust, dat die reiskosten erg veel hoger worden. Ook bij
voorbeeld naar Den Haag toe, het heeft ook een voordeel in de trein te zitten
dat je nog eens de stukken wat gemakkelijker kan bekijken. Die voordelen wor
den ook wel degelijk geplukt. Maar soms kan het efficiënter zijn als je 3 of
4 dingen op één dag tegelijk moet doen, om dan toch met de auto te gaan. Dus
om te zeggen "zo maar, het moet f. 10.000,minder", dat zou ik willen afra
den. Ik zou u wel willen voorstellen dat wij goede nota nemen van uw zorg op
het punt van de reis- en verblijfkosten, en dat wij proberen daar zo zuinig
mogelijk op te zijn. En dat vind ik gewoon dat wij natuurlijk met z'n allen
behoren te zijn, zeker in deze tijd.
Dan het punt van de adviezen, daar is enorm veel over gezegd. Post Adviezen.
In z'n algemeenheid is het natuurlijk een ramening, dat is logisch. Uiteinde
lijk is de rekening inderdaad wat anders en meestal lager, gelukkig, dan dat
het hoger is. Als het hoger is krijgen we ook op ons kop als het lager is
kennelijk ook. Dus je doet het nooit goed wat dit betreft.
Daar zie ik gelukkig dat ook mevrouw Allard zich er van bewust is. Dat is ge
woon een situatie waar je mee te maken hebt. Natuurlijk probeer je dat zo
goed mogelijk te doen. Wij hebben de gewoonte om wat de grote adviezen be
treft, die veel kosten, in overleg te treden met de commissie. Dat weet u. En
dat willen we zeker zo houden. Aan de andere kant vind ik ook en daar wil ik
ook wel een pleidooi voeren voor de slagvaardigheid van het college, dat als
het gaat om bijvoorbeeld een juridisch advies, wat je moet hebben, waar je
echt nog niet precies weet waar het eindigt, omdat het een juridische zaak
is waar het nog niet direct een afgeronde zaak betreft, je toch als college
moet kunnen beslissen: "wij vragen een advocaat en die moet ons op dat moment
van advies kunnen dienen", gelet op de situatie. Als het gaat over gerechts-
kundige adviezen staat onder de post "adviezen". Je kunt gedagvaard worden en
dan moet je ook een advocaat hebben. Ik wou eigenlijk wat dat betreft, we heb
ben daar nog niet over gesproken, met elkaar een soort grens afspreken. Dat
wil zeggen dat we voor adviezen die boven een bepaald bedrag komen met de
commissie overleggen. Dat we dus beneden een bepaald bedrag snel kunnen wer
ken. Als u zegt "nee" dan beperkt u enorm de slagvaardigheid van het college
en dan zeg ik u dat dat ook geld kost. En dat vind ik een stuk vertrouwen
tenslotte bij je dagelijks bestuur, moet je ook op dit punt de vrijheid kun
nen hebben wil je goed kunnen functioneren. Dat is misschien een gedachte die
we eens kunnen bespreken.
Heer BOLHUISZou de gedachte ook kunnen worden overwogen om de post te split
sen in rechtskundige en andere adviezen? En dan alleen bij rechtskundige te
zeggen dat gaan b. en w. doen want dat heeft bijna altijd een spoedeisend
karakter en bij andere adviezen eerst de commissie inschakelen.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Ik dacht dat dat de afspraak was
hoor en dat hier gesproken werd over die post 03.
De VOORZITTER: Mijnheer Bolhuis, om dan ook meteen via u dan ook de andere
te beantwoorden op uw opmerking. De secretaris zegt mij ook dat met name eigen
lijk het daar wel op neer komt, als je die splitsing zo maakt dat je dan eigen
lijk het overleg al doen en daar kun je dan een afspraak over maken.
Maar het gaat u over 03, dat is de kwestie van de bestemmingsplannen, die dus
in de beantwoording staat. Op die vraag hebben wij eigenlijk in eerste instan
tie geantwoord in de schriftelijke beantwoording van de vragen, want daar vindt
u dus die nadere uitsplitsing terug. Daar zal ongetwijfeld wethouder Menne nog
het zijne over willen zeggen. Ik zou wat de hoofdwegenstructuurzaak betreft het
volgende willen stellen. Wij staan op het punt, want we hebben intussen de
brief binnengekregen van de AGV, waarvan ik de vorige keer in de commissie al
zei dat die er ook aan stond te komen en wij bereiden dus in de eerstkomende
- 39 -