16 december 1981
men uit de krant. Zijn er misschien nog meer scholen waar dit probleem speelt?
Hoe staat het met de ontwikkeling van het schoolwerkplan? Hoeveel scholen zijn
hier mee bezig? Hoeveel scholen zijn hiermee klaar? Ook zullen wij ons tijdig
moeten buigen over de nieuwe wet medezeggenschap in het onderwijs, die door de
Tweede Kamer al is aangenomen en in maart-april waarschijnlijk door de Eerste
Kamer aangenomen wordt. Dit heeft consequenties voor het openbaar onderwijs
van onze gemeente. De onderhandelingen over medezeggenschapsreglementen zullen
spoedig van start moeten gaan. Een andere kwestie is de vraag of het ook moge
lijk en wenselijk is om als gemeente beroepsvormende schakelcursussen even
tueel regionaal te stimuleren. Al deze punten hadden in de onderwijscommissie
al besproken kunnen worden. Als een ander voorbeeld wil ik noemen het voorstel
in de juniraad om het S. EiK.-onderzoek maar af te schaffen in het kader van de
bezuinigingen. Alle raadsleden hebben toen een dag voor de raadsvergadering een
brief van het O.A.D. gekregen, waarin gewezen werd op de financiële consequen
ties van dit besluit. Iedereen had zich dus kunnen informeren over deze zaak.
Ik heb het in ieder geval wel gedaan en aan de hand van die informatie u ge
vraagd dit punt uit te stellen en in een onderwijscommissie en ook met het
hoofdenconvent te bespreken. De betreffende wethouder vond dit niet nodig. En
vandaar dat we nu een voorstel voor ons hebben liggen om dit punt weer op te
voeren op de begroting. Mijnheer de voorzitter, vorig jaar heb ik al uw aan
dacht gevraagd voor problemen van scholen met veel buitenlandse kinderen. De
wethouder heeft toen gezegd dat in het besturenoverleg afspraken gemaakt zijn
over spreiding van deze kinderen over het gehele onderwijs. Graag wil ik er
opnieuw op aandringen na te gaan hoeverre deze afspraken ook nagekomen worden.
Ook zouden wij eens na moeten gaan in hoeverre het wenselijk is om voor scho
len die veel buitenlandse kinderen hebben en die in bepaalde wijken staan een
aanvraag in te dienen of ze in aanmerking komen om stimuleringsschool te wor
den. Een school dus met extra faciliteiten.
Mijnheer de voorzitter. Als het CDA in haar model-programma voor de raden en
staten voor de verkiezingen voor 1982 voorstelt om de openbare scholen qua be
stuur maar uit handen te nemen van de gemeentebesturen en de zaak over te dra
gen aan de ouderverenigingen, kunnen wij u vast mededelen dat wij het daar be
slist niet mee eens zullen zijn. Mijnheer de voorzitter, als laatste willen wij
er wederom op aandringen, bij alle besluiten die het onderwijs betreffen, het
onderwijsveld (en dat bedoel ik zo breed mogelijk zoveel mogelijk te betrekken.
Ik dank u wel.
Heer PLOMP: Inhakend op hetgeen mevrouw Tomassen zegt, zou ik wellicht ten
overvloede willen mededelen, dat er al meerdere jaren een afspraak bestaat bij
de onderwijscommissie dat de commissie niet bij elkaar zou worden geroepen als
er één punt op de agenda stond. Het is de laatste keren, waarschijnlijk niet
zoveel als mevrouw Tomassen zegt, inderdaad een paar keer voorgekomen dat de
commissie weinig punten had en conform de afspraak hebben wij dan ook gemeend
u te moeten mededelen dat de commissievergadering kon vervallen. Als ik dan nu
hoor dat mevrouw Tomassen nogal wat punten heeft die de aandacht zouden vra
gen, dan zou dat voldoende zijn geweest om die punten op te voeren en hadden
wij wellicht een volledige agenda gehad. Op een aantal punten wil ik wel even
ingaan. Met betrekking tot het schoolwerkplan wat u noemt, is het bekend, ook
bij u, dat daarover uitgebreid overleg plaats vindt tussen de scholen en de
onderwijsadviesdienst, dat is u al eerder medegedeeld. Dus wat dat betreft was
uw vraag overbodig.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Naar aanleiding van het werkplan van de SPD heb
ik u verschillende vragen gesteld over het schoolwerkplan, felke scholen er mee
bezig waren; welke scholen zich op hadden gegeven als bijzondere scholen in
verband met die integratie. Daar kon u niet op antwoorden.
Heer PLOMP: Dat is op dat moment best mogelijk, maar we hebben het gebruik dat
als wij ter plekke een antwoord niet kunnen geven, dat wij zodra we het ant
woord weten dat aan u geven. En als dat dan nu niet schriftelijk is gebeurd,
dan komt dat mede in verband met het feit dat wij dan hebben voldaan aan een
- 53 -
