19 maart 1981 Ten aanzien van de totstandkoming van dit lijstje, dat in de commissie Algemene Bestuurszaken op 28 januari jl. plaatsgevonden heeft heb ik één kritische kanttekening. Ik was nl. in het buitenland tijdens die vergadering ik meende dat ik dat tijdig had aangemeld en gevraagd had of een vervangster voor mij zou mogen optreden, maar die kreeg op de dag zelve een telefoontje dat zij niet welkom was. Ik beschouwde deze vaststelling wel als een belangrijke zaak wij maken slechts bij uitzondering gebruik van de mogelijkheid om te mogen vervangen en dat mocht dus zo maar niet. Later bij een andere commissie mocht dat zo maar wel. Wij geloven, dat hier toch een wat rommelig en rammelend beleid gevoerd wordt en wij zouden willen Voorstellen t.a.v. deze proble matiek - ik denk dus bepaald niet aan een uitgebreide vervangings regeling - bij belangrijke zaken gelegenheid te geven tot ver vanging. Het wordt kleine frakties anders toch wel moeilijk gemaakt om dan deel te nemen aan de beraadslagingen. Ik ben van mening, dat in dit geval niet correct is gehandeld t.o.v. D'66. Ten aanzien van de lijst zelve is inderdaad het punt gemeentehuis een levensgroot twijfelpunt, waar we in mei tijdens de voorjaarsnota wel nader over zullen praten. Wij zijn wel gelukkig met het feit, dat het punt brandpreventies dit jaar op de lijst terecht gekomen is. Vorig jaar hebben wij hier op aangedrongen en hetgeen nu dus gelukt is. De VOORZITTER Dat je in een tijd van grote schaarste, grote wenslijsten hebt moge duidelijk zijn. Dat het goed is om op zich na te gaan of de noodzakelijkheden, die daar toch steeds weer op komen steeds weer opnieuw moeten worden afgewogen tegenover andere noodzakelijkheden ben ik in principe met de heer Jonker eens. Ik vind, dat er steeds gekeken moet worden of er zich niet nog nood zakelijker dingen intussen voordoen en dat bepaalde lijsten niet verouderen. Dat het gebeurt is op zich een goede zaak en het is ook een voorstel wat ook door de commissies allemaal is ondersteund. Ik neem aan, dat U op zich accoord gaat met deze lijst. Dat het geen verwachtingen moet scheppen, mevrouw Greefhorstj**ben ik geheel met U eens. Dat doet het natuurlijk wel een beetje. Ook wij hebben dat gevonden als college en wij hebben gezegd, wij kunnen niet alles tegelijk, maar laten wij de zaken goed op een rij houden. D.w.z. eerst nu de voorjaarsnota, waarbij deze zaak in feite aan de orde is en daarna kijken of we eventueel de procedure niet moeten ver anderen, hetgeen wij natuurlijk in overleg met U willen doen. Er moet een procedure gekozen worden, waarbij de verwachtingen die eventueel geschapen worden naar mijn indruk door het opstellen van zo'n lijst zodanig zijn, dat redelijkerwijs verwacht kan worden, dat die verwachtingen ook vervuld worden. Maar dat er een systeem moet zijn, waarbij elk jaar die noodzakelijkheden op een rij zet en afweegt tegenover elkaar is op zich goed. Inzake het punt van vervanging kan ik mededelen, dat dat punt uit voerig besproken is in de commissie. Er is toen gezegd, dat bij langdurige afwezigheid er besloten zou kunnen worden tot vervanging. Om een algemeen vervangingssysteem op te zetten waarbij elk lid steeds vervangen kan worden door een ander zou de continuïteit in de commissie niet ten goede komen en daar zijn wij dan ook tegen. Je moet vaste leden hebben en daar moet je ook op kunnen rekenen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 72