19 maart 1981 Maar afgezien hiervan vinden wij het volstrekt onjuist deze al zoveel jaren slepende zaak nog langer op te houden, zeker nu overeenstemming is bereikt. Verder zou ik nog willen opmerken, dat de raad besloten heeft tot onteigening, maar dat de Kroon beslist. En deze beslissing is geweest in mei 1980, hetgeen betekent dat nu mei a.s. de onteige ning voltrokken moet zijn. Als dat niet gebeurt, dan zal de gemeente tot dagvaarding overgaan. Dus ik wil er op wijzen, als nu niet be sloten wordt het pand aan te kopen de heer van Dam gedagvaard zal moeten worden als U toch het bestemmingsplan Kerkebuurt wilt blijven handhaven. Mijnheer de voorzitter, wij gaan accoord met uw voorstel. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN Mijnheer de voorzitter. Ook ik wil zeggen, dat onze fractie het hier verschrikkelijk moeilijk mee gehad heeft. Wij zijn ook niet tot een eensluidende beslissing kunnen ko men. Het is inderdaad, gezien de financiële situatie waarin Soest verkeert geen gemakkelijke zaak tot een besluit te komen. Ik ben van mening dat gezien de voorgeschiedenis van zowel het plan, de uit voering daarvan, de aankoop van andere panden,als de voorgeschiede nis betreffende de heer van Dam, waar het hier om gaat, de raad moreel verplicht is tot aankoop over te gaan. Wanneer wij kijken, dat in 1978 een bouwvergunning geweigerd wordt dat in 1979 het onteigenings plan wordt vastgesteld dat in 1980 in hetzelfde bestemmingsplan een half jaar geleden overgegaan wordt tot de aankoop van een ander pand en wanneer het dan het laatste pand betreft dan wordt daar niet toe overgegaan en komen er argumenten over tafel m.b.t. de financiële situatie. Natuurlijk is het erg veel geld, ook ik heb daar erg veel moeite mee. Anderzijds is het zo, dat de financiële situatie niet gewijzigd is ten opzichte van de vaststelling van het onteigenings plan en de aankoop van de kosterswoning. Daarom ben ik van mening, dat wij moeten overgaan tot aankoop van dit pand. Ten aanzien vande hoogte van het bedrag had misschien uit de onderhandelingen minder kunnen komen. De indruk die ik heb uit de stukken heb, meen.-ik te mogen zeggen dat toch vanuit de gemeente alles is gedaan om tot een bedrag te komen. Dat steeds gesproken wordt over de taxatieprijs van 1979, daarbij wordt wel uitgegaan van een taxatieprijs zoals die is opgesteld door de gemeente en dat daarnaast ook een taxatie rapport ligt van de betreffende, die mijlenver uiteen liggen. Dat scheelt een bedrag van bijna 300.000, Als je dit ziet, incl. de schadevergoedingen, meen ik toch te mogen zeggen, dat de gemeente in deze situatie tot een redelijk resultaat is gekomen. Heer VISSER Mijnheer de voorzitter. U had al begrepen, dat deze fractie ook niet zo gelukkig is met dit raadsvoorstel, omdat wij dachten - gehoord de beschouwingen van de diverse fractievoorzitters niet zo lang geleden - dat er geen geld meer is in Soest en dat met deze transactie het tekort van 26 miljoen verhoogd wordt tot 26h miljoen. Want reserves hadden we niet meer. Op 20 september 1979 zijn ook twee leden van deze fractie niet accoord gegaan met de ont eigeningsprocedure. De heer Nuijten zal zelf een stemverklaring af leggen, waarom hij nu van mening veranderd is. Hij was toen voor de onteigening, maar gezien het bedrag nu niet meer. Een half miljoen is echt te veel voor Soest en het is vanavond al gezegd, dit kan niet tegenover de Soester bevolking, die straks opgezadeld wordt met enorme bezuinigingen en misschien wel met extra belasting, terwijl wij dan voor dit pand - hoe gaarne ik het Nic van Dam gun - een half miljoen neertellen en wat krijgen wij er voor terug. -12-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 77