19 maart 1981 De VOORZITTER Bij dit voorstel doe ik de volgende mededeling. Het eerste punt is een proces-verbaal van de hoorzitting, die is opgemaakt. De familie Eshuis heeft op een bepaald punt bezwaar tegen de tekst van het proces-verbaal. Er is nog geen zitting weer geweest van de beroepsschriften commissie, waarin die kanttekening kan worden besproken. Wij hebben gemeend, dit alsnog aan U uit te reiken en als het goed is ligt het voor U. Ik zou U willen voor stellen, dat de beroepschriftencommissie dit zelf in haar eerst volgende vergadering bespreekt en al of niet dit proces-verbaal aanpast. Aldus wordt deze procedure aangenomen. De VOORZITTER De tweede mededeling. Er is intussen binnengekomen eenbrief van het college van gedeputeerde staten, waarin wordt medegedeeld dat zij geen grond heeft gevonden om goedkeuring te geven aan ons besluit om 500.000,aan voorzieningen voor de Ossendamweg te besteden. Om de procedure goed te laten verlopen en de tijdsspanne bijzonder kort was hebben wij om formele redenen alreeds beroep aangetekend. Dit is volstrekt en alleen om formele redenen, omdat wij op dit punt nog geen discussie in de raad konden voeren, want de raad dient daarover een besluit te nemen en daartoe zal de raad de volgende keer in de gelegenheid worden gesteld. Dan zal al of niet dit formele beroepsschrift bekrachtigd worden. Het is dus een formeel standpunt geweest, hetgeen wel moest omdat anders de termijn verlopen zou zijn en zou de gelegenheid voorbij geweest zijn om eventueel in beroep te gaan. Dat betekent, dat ik U voorstel over dat punt volgende maand te spreken. Aan de orde is dus nu het voorstel van de commissie beroepsschriften, hetgeen U bij de stukken heeft gevonden. Wil iemand van de beroepsschriften commissie een toe lichting geven Mevrouw ALLARD-KNOL Mijnheer de voorzitter. Ik dacht niet dat dat nodig was, gezien de hoeveelheid stukken die de raad hierover heeft kunnen lezen. Mevrouw KORTHUIS-ELION Inderdaad was het stuk, wat voor ons ligt, helemaal duidelijk en ik was ook van plan daarmee accoord te gaan. Nu door het feit, dat G.S. het heeft afgewezen vraag ik mij af of het toch niet dienstig is of hangende een beslissing van de raad over die materie dit ook niet moet worden bekeken in de commissie van beroepsschriften. Gedachtig wat de raad straks gaat beslissen. De VOORZITTER Ik meen toch, dat dit voorstel niet moet worden tegfacKfanomen en wel degelijk aan de raad hierover een beslissing te vragen, omdat de argumentatie zoals die eigenlijk heel kort staat weergegeven op de laatste bladzijde van het voorstel volgens het college voldoende geacht wordt om daar achter te staan en dit dus te steunen in de raad. Ik stel voor dit voorstel in stemming te brengen. Mevrouw KORTHUIS-ELION Dan vind ik wel, dat gezien de recentelijke ontwikkelingen in het uiteindelijke besluit het tweede gelet zou moeten doorhalen. Daar staat :"dat gelet op het vorengaande en gelet op het feit dat de raad, onder de uitdrukkelijke overweging daartoe niet verplicht te zijn, een krediet van 500.000,beschikbaar heeft gesteld voor het aanbrengen van dubbele beglazing aan de voorzijde van de woningen aan de Ossendamweg en de Vondellaan, ook na heroverweging geen gronden aanwezig geacht worden schadevergoeding toe te kennen op basis van het stelsel bestuurscompensatie. -21-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1982 | | pagina 86