19 maart 1981
Woorden als te storend ook ten opzichte van andere reclames,die er zijn
heeft de intentie als college om die reclames ook te gaan veranderen.
Nu worden deze getoetst heel subjectief aan de bestaande reclames, maar
U wiltdie binnenkort gaan wijzigèn als er weer ontheffing wordt aange
vraagd. Waar toetst U die dan weer aan. Ons voornaamste punt is, dat
wij vinden dat dit te subjectief wordt beoordeeld. Wij zien veel liever
dat niet elke aanvraag beoordeeld wordt naar kleur e.d., maar dat er
vanuit de gemeente richtlijnen worden gegeven zo objectief mogelijk,
zodat diegenen die reclame aanvragen weten waar zij zich aan hebben te
houden. Bij objectieve richtlijnen denk ik het volgende. Wij hebben
een aantal plaatsen in Soest waar van reclame gebruik wordt gemaakt,
de Van Weedestraat, Soesterbergsestraat, Amersfoortsestraat. Die
plaatsen hebben elk iets eigens. Als de Van Weedestraat bekeken wordt
t.o.v. de Amersfoortsestraat, waar het verkeer snel langs gaat, dan
zul je aan de Amerssfoortsestraat ten behoeve van de functionaliteit
iets schreeuwenderreclames moeten tolereren dan in de Van Weedestraat.
Het gaat er om, dat als je als raad besluit om reclames toe te staan
in je gemeente ze wel functioneel moeten zijn. Ik zou U willen ver
zoeken om eens als college - in samenspraak met de raad - richtlijnen
te maken voor bijvoorbeeld die gebieden waar bepaalde reclames
worden getolereerd;wat daar de oppervlakte van moet zijn, wat het
aantal moet zijn en dan is er de schoonheidscommissie, die dat verder
gaat toetsen. Want nu is de situatie zo, dat deze meneer niet weet
waar hij aan toe is.
Heer NUIJTEN Mijnheer de voorzitter. Deze fractie heeft alle begrip
voor het standpunt van het college en van de welstandscommissie, om
dat er ook naar onze mening alles voor te zeggen is eindelijk eens
orde te scheppen in de reclame-chaos waAr ter plaatse sprake van is.
Wij dachten dat het niet aangaat er nu één belanghebbende mee te
duperen zonder dat dat directe consequenties zou hebben voor de
anderen. Onze fractie is van mening, dat het uit het oogpunt van
rechtsgelijkheid de voorkeur zou verdienen om in overleg met de
welstandscommissie algemene richtlijnen op te stellen voor dit
soort zaken. Aan die algemene richtlijnen - die zo objectief moge
lijk moeten zijn en waarover ook de gemeenteraad zich moet kunnen
uitspreken - zouden dan alle reclames die vanaf de openbare weg
zichtbaar zijn moeten worden getoetst.De 'hap-snap' aanpak, die
wij in dit voorstel bespeuren spreekt onze fractie niet aan.
Heer MENNE Ik wil beginnen met een misverstand uit de weg te
ruimën. Wij hebben in onze gemeente een gemeenteverordening, die
ook zegt hoe breed, hoe lang en hoe groot die borden moeten zijn.
Voor wat betreft de objectiviteit hebben wij inderdaad tot op
de centimeter in de verordening staan hoe groot bepaalde borden
mogen zijn, wanneer ze geen vergunning behoeven en wanneer wel.
Voor wat die plek daar betreft vraagt U wat nu eigenlijk het
toetsingskader is. Het gaat om een dubbelzijdige neonbak met
als opschrift Keukencentrum Soesterberg Schakelkeukens en voor
de twee neonpijlen met als opschrift Keukencentrum en Antiekzolder.
Dat is een gedeelte van de verlichte en niet verlichte reclame,
zoals U op de foto heeft kunnen zien. U zegt dat het functioneel
moet zijn en dat is ook een kwestie van opvatting. Commercieel
bekeken zeg je, dat die mensen daar niet voor niets hun geld zul
len uitgeven.
-23-