9 maart 1983 Dan wil ik het voorstel t.a.v. de overuren in stemming brengen. Het voorstel van de heer Visser houdt in, dat de overuren bij de politie niet op het bedrag van de begroting gehandhaafd worden, maar vermeerderd met de ingekorte 16.000,= Dit betekent dus een verhoging van de post overuren met 16.000,= Het voorstel wordt niet voldoende ondersteund. MevrBLOMMERSMijnheer de voorzitter, uw opmerkingen over de vrouw en de politie zijn voor ons aanleiding een motie in te dienen. Wij hebben niet de kans gehad om die nu op te stellen en ik wil vragen of het mogelijk is, als u straks schorst, of wij dan de kans krijgen die motie alsnog in behandeling te krijgen, ook als dit hoofdstuk nu wordt goedgekeurd. VOORZITTER: Ik wijs erop, dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt. Mevr. ALLARD: Mijnheer de voorzitter, ik heb een punt van orde, namelijk dat ik van mening ben dat hier van diskriminatie sprake is. Mij is opgevallen dat de heren in derde/vierde instantie niet worden weggehamerd, dat vrouwen dat al in derde instantie worden gedaan. VOORZITTER: U constateert dan met mij dat mevr. Blommers in derde of vierde instantie spreekt. Ik vind dit een moeilijke zaak, als de raad een dergelijke motie, zoals nu wordt voorgesteld- zij het niet officieel- wil, dan stel ik voor dat dit bij de eindstemming over de begroting gebeurt. Aldus wordt besloten. Hoofdstuk_IIIOpenbare_veiligheidBrandweer Heer VISSER: Mijnheer d e voorzitter, in hetzelfde persbericht dat ik u net noemde, van minister Rood van Binnenlandse Zaken, heeft hij in de brief aan burgemeesters ook geschreven over het meer toelaten van vrouwen in de regionale brandweerkorpsen en in de plaatselijke brandweerkorpsen. Ik weet dat dit waarschijnlijk nog moeilijker ligt dan bij de politie, want als u hier in Soest gaat vragen - en ik herinner aan de woorden van de heer Buss daarover- dan komt er nooit een vrouw in de soester brandweer, behalve dan de vrouwen van de brandweerlieden denk ik. Als ik de minister mag geloven en als ik zo de begroting doorkijk, dan zijn er tientallen taken die waarschijnlijk net zo goed of misschien wel beter door vrouwen verricht kunnen worden. Mijn vraag aan u is concreet - en dan moet u niet zeggen dat u principieel voor vrouwen bent en dat u advies gaat vragen bij de brandweer - hoe staat u tegenover vrouwen bij de soester brandweer? Mevr. BLOMMERS: Voorzitter, het antwoord dat u heeft gegeven naar aanleiding van onze algemene beschouwingen heeft toch wel wat vragen achtergelaten, met name bij dit hoofdstuk. In uw eerste stukje schrijft u dat u een substantiële bezuinigingsbijürage verwacht. U noemt dan drie feiten, die wij moeten kennen en op grond waarvan wij standpunten moeten innemen. Ik vind het reuze ver velend, voorzitter, dat als u de vorige keer zegt dat wij deze twee dagen - 20 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 113