9 maart 1983
Wij vinden dan ook, dat de financiële kaders en speelruimte aangegeven
moeten worden en dat zal allereerst besproken moeten worden in de
commissie welzijnsplanning. Het stoort ons - en dat heb ik ook in de
commissie al gezegd - dat de wethouder meer ambtelijke inbreng wil
hebben alvorens de commissie welzijnsplanning hierbij betrokken wordt.
Ik denk dat je dan ook voorbijgaat aan de lijn, zoals die vast komt
te liggen in de komende kaderwet specifiek welzijn. Wij zijn er dan ook
beslist geen voorstander van. Het werkt negatief op de mensen die
daar hun tijd geven in de commissie welzijnsplanning en dat willen
wij persé niet. Een goede voorbereiding voor de totale planning zal
vanuit de basis moeten komen en daarna krijgen we de politieke keuzes
hier in de raad. Graag horen wij daarover de visie van het college.
Verder nog een enkele vraag: Ik wil graag weten hoe het overleg met
de verschillende verenigingen en instellingen loopt over de komende
begroting. Ik kan mij voorstellen dat grote instellingen hun begroting
voor 1984 al zeker ook in juni voorbereid zullen hebben. De indicaties
zijn in november gegeven. In de commissie kreeg ik op deze vraag als
antwoord: we weten nog niet precies welke kant we opmoeten; maar ik
dacht dat we hier duidelijk geweest waren. Ik weet dat onze fraktievoor-
zitter gezegd heeft: de lijn is uitgezet en komt het bij de ene vereniging
wat minder uit en bij de andere wat beter, dan moeten we in goed overleg
tot elkaar komen, maar de lijn zoals die op 25 november is uitgezet,
zullen we vast moeten houden. Graag wil ik daar een antwoord op hebben.
Mevr. ALIARD: Mijnheer de voorzitter, t.a.v. de kosten natuur- en
milieu-edukatie heb ik maandag een vraag gesteld aan de wethouder.
Er zit anderhalve dag tussen, dus ik ga er van uit dat de wethouder
mij dit nu wel kan vertellen.
Heer VISSER: We hebben laatst één van de mooiste beelden van Soest onthuld,
waarbij de wethouder het in de Borg had over het "verschrikkelijke mooie
beeld", dat het buiten verschrikkelijk koud was en dat de kunstenaars het
jso verschrikkelijk moeilijk hebben. Wie schetst onze verbazing, toen de
betrokken kunstenaar een brief kreeg van B&.W waarin de laatste termijn
niet werd betaald. Is het mogelijk om deze kwestie eens in de financiële
commissie uit de doeken te doen, waarom u deze brief heeft geschreven,
wat daar precies achter zit en wat uw motieven zijn?
Mevr. MEIJER: Ik zou de wethouder willen vragen: Er is een collegeprogramma
welzijn en daar staat onder punt a: De voorzieningen in het kader van
- 43 -