- 18 -
19 mei 1983
Heer KRIJGER: Na zo'n verhaal van de heer Bolhuis kunnen wij alleen maar
zeggen dat wij teruggaan naar de mening die in maart 1982 is gevormd en
dat wij dus volledig achter de heer Bolhuis staan.
Heer VAN GELDER: Ik kan mij voorstellen dat de heer Visser in verwarring
gebracht is door recente publicaties van VVD-zijde over de relatie tussen
de PvdA-wethouder en zijn fraktie, maar ik denk dat de vraag die de heer
Visser mij stelde, beter aan de heer Kingma rechtstreeks gesteld zou
kunnen worden, want die kan hem beter beantwoorden dan ik.
VOORZITTER: De orde die wij met elkaar hebben afgesproken gaat boven de
vraag van de heer Visser aan u.
Heer VAN GELDER: Ik zal straks antwoord geven. Ik wil nog wel ingaan op
wat met name de heer Bolhuis gezegd heeft. Er wordt hier door diegenen die
zeggen,dat de diskussie over hoe kernwapens de wereld uit zouden moeten
niet gevoerd moet worden in de gemeenteraad maar op landelijk en mondiaal
niveau, die diskussie gevoerd om een aantal voorstellen die alleen maar
tot strekking hebben activiteiten tot ontwikkeling te brengen waardoor
mensen wat bewuster worden met betrekking tot de problematiek en hun
mening kenbaar maken bij dat landelijk bestuur, om dat soort initiatieven
de grond in te boren. Dat vind ik raar.
Als je namelijk echt bezorgd bent als persoon - en ik denk dat de heer
Bolhuis zich moet realiseren dat hij hier niet alleen als persoon zit,
maar ook als bestuurder - dan kun je vervolgens wel of niet gaan demonstre
ren dat is je eigen keuze, maar wij zitten hier als bestuurder en als
besuurder bezorgd zijn dat heeft consequenties. Dat betekent dat je in je
bestuurlijk handelen moet zorgen dat het tot uitdrukking komt. Als je als
bestuurder niets doet, terwijl je zegt als persoon bezorgd te zijn dan weet
je die bezorgdheid niet waar te maken. De manier waarop wij als bestuur
een kader kunnen scheppen om die bezorgdheid die leeft onder de bevolking
van Soest over te brengen naar die bestuurslagen die uiteindelijk de
beslissingen nemen moet de mensen zicht geven op de ontwikkelingen die
landelijk gaande zijn. Dat kan gerealiseerd worden door "ja" te zeggen
op deze vragen. De vragen negatief beantwoorden en toch bezorgd zijn is
wat mij betreft hetzelfde als je politiek handelen geen gevolg weten te
geven op je persoonlijke bezorgdheid.
VOORZITTER: De heer Blaauw is ter vergadering verschenen.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de heer Visser zei: het gebed
helpt ook niet. Dan wil ik de heer Visser eraan herinneren dat er in de
Bijbel voorbeelden staan, duidelijke voorbeelden, waar uit blijkt dat
het wél helpt. Ik weet dat de heer Visser zeer goed thuis is in de Bijbel