- 20 -
19 mei 1983
de raad zou moeten worden behandeld. Het standpunt van B&W is daarover
niet vermeld. Wij zouden - vanuit een andere optiek dan die van de heer
Visser - wel willen aandringen op een totstandkomen van het zogenaamde
rampenplan opdat vaststaat hoe gehandeld zou moeten worden en welke maat
regelen voorshands zijn getroffen in geval van calamiteiten. Onze vraag
is dus: hoe staat het met dit plan?
V00RZITTER: Daar kan ik meteen wel even op antwoorden. Er wordt hard
gewerkt aan het nieuwe rampenplan, op basis van het model van de Provincie
ik hoop dat we dat direkt na de vakantie kunnen gaan behandelen in deze
raad. Er is steeds weer verwarring over, dat er onderscheid gemaakt moet
worden tussen een rampenplan en een rampenbestrijdingsplan. Een rampenplan
is de organisatie van het apparaat dat ervoor moet zorgen dat de gevolgen
van een ramp worden weggenomen en een rampenbestrijdingsplan dat is een
plan - wat overigens ter competentie is van de regionale brandweer - die
bepaalt of er, en zo ja, hoe en waar rampenbestrijdingsplannen aanwezig
moeten zijn. Daar behoort de regionale brandweer mee bezig te zijn.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij de twee
sprekers die vóór mij gesproken hebben.
Heer VISSER: Ik verwijs u nogmaals naar de nota van de gemeente Venray, waar
een PvdA/CDA-college zit. U zou die nota toch eens op moeten vragen. Verder
ben ik blij dat u van plan bent een rampenbestrijdingsplan te lanceren.
VOORZITTER: Nu moet ik u onderbreken, anders bestaat het misverstand weer.
Het is geen rampenbestrijdingsplan wat wij zullen voorleggen aan de raad, maar
een rampenplan. We hebben al een rampenplan, maar er komt een nieuw plan,
aangepast aan de huidige situatie.
Heer VISSER: Ik hoop dat Soesterberg dan ook in een hoofdstuk zal voorkomen.
Heer VAN GELDER: Wij staan wel achter het initiatief, maar dan toch zeker de
totale veiligheidsaspekten daarin betrekkend.
Mevr. ALIARD: Na lezing van een aantal artikelen daarover valt het op dat het
aantal ongevallen met kernwapens steeds maar toeneemt evenals de bijna-onge-
vallen daarmee. Ik vind dat we daar terdege rekening mee moeten houden.
VOORZITTER: Ik constateer dat eenzelfde verdeling als bij de eerste vraag
het geval is en dat dus deze vraag negatief wordt beantwoord door de meerder
heid van de raad. Ik ga over naar vraag 3: "Bent u bereid alsnog mee te doen
aan de conferentie (L0V0 en burgemeester Smallenbroek c.s.) over dit soort
zaken op 9 juni a.s. in de Flint in Amersfoort?"
U heeft gezien dat er nog een brief aan is toegevoegd. Het is juist opgemerkt
door degene die gezegd heeft dat de uitnodiging is gericht aan B&W, alleen
de tweede brief is ook aan de raden gericht. Ik heb begrepen dat het zo moet