- 20 - 16 juni 1983 de raad gemerkt, dat u mij ervan overtuigd heeft niet te gedetailleerd in te moeten gaan op aan de orde zijnde raadsvoorstellen, ik zal mij daar ook aan houden, toch wil ik wel het een en ander zeggen t.a.v. de sport. Onze voormalige fraktie-voorzitter heeft in de algemene beschouwingen terecht opgemerkt, dat bezuinigingen geen doel op zichzelf zijn, maar een middel om te komen tot een herstel van en herbezinning op maatschappelijke kosten-aspecten. Ook de sport vormt daarbij een substantieel onderdeel van de in gang gezette ombuigings-operatie en zal, evenals vele andere instellingen, naar vermogen haar bijdrage moeten leveren om de gemeentebegroting sluitend te maken. Na 25 november van het vorig jaar is inmiddels een half jaar verstreken, in welke periode vertegenwoordigers van de verschillende sportverenigingen en de Sportstichting zelf het onmogelijk is gebleken op een verantwoorde wijze 100.000,= in te leveren, zonder dat daarbij een wezenlijke aantasting van de sportvoorzieningen en taken en functies van de Sportstichting plaats vindt. Ik wil daarbij - wellicht ten overvloede- wijzen op de notitie financiële ombuigingsoperatie,begin februari 1983 van de Sportstichting en de daaruit voortgevloeide motie van 10 februari, waarvan wij allen kennis hebben kunnen nemen. In dat half jaar heeft er een gestructureerd en openbaar overleg plaatsgevonden tussen sporters en Sportstichting enerzijds en raadsvertegen woordigers anderzijds. Is het dan nu terecht de sport te verwijten dat het bilaterale overleg te lang heeft geduurd? Bij ons wekte dat irritatie op als sommigen een integrale heroverweging van alle bezuinigingsbesluiten voorstel len en de besluitvorming van vanavond hiervan afhankelijk stellen. De wethou der van financiën sprak kortgeleden in het kader van de sport van een valse start. Ik ken zo'n beetje zijn sportieve kwaliteiten, maar de feiten liggen toch anders dan de wijze waarop hij deze kenschetst. De sport heeft reeds in de twee voorafgaande jaren bijna 120.000,= aan uitgavenvermindering gerealiseerd en dat noem ik een vliegende start, maar dan wel enkele meters vanachter de startlijn vandaan. Ik kan het nog anders zeggen: dat de overige instellingen nog aan de warming-up moeten beginnen, terwijl de sport er al een halve marathon op heeft zitten. Mijnheer de voorzitter, de uitgaven van de Sportstichting zijn voor een belangrijk deel weer inkomsten op de gemeente-begroting. Of dat deel van de aan de Sportstichting toegerekende kosten een juiste is, valt pas concreet te constateren als in de aanpak toekomstig beleid op adequate manier inzicht wordt verschaft in de kostendragers en kostenplaatsen en wat het gevolg zal zijn voor de gemeente-begroting, indien de inkomsten voor de gemeente omlaag mochten gaan. Mijn fractie-voorzitter zal, met betrekking tot die aanpak nog enige opmerkingen maken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 257