- 21 - 16 juni 1983 Het komt mij voor, mijnheer de voorzitter, dat sport in het algemeen binnen onze gemeente-grenzen op grote schaal beoefend wordt en kan blijven worden door het door de gemeente gevoerde accommodatie-beleid en de ondersteuning van een door de gehele sport brede laag van vrijwilligers. Het beoefenen van de aktieve-, recreatieve- of wedstrijd sport in team- of in clubverband wordt mogelijk gemaakt door die vrijwilligers, terwijl de sportverenigingen zelf zorgdragen voor het aantrekken van een professioneel kader, waarin de gemeente uit hoofde van haar accommodatie-beleid niet voorziet. De kwaliteit van het wedstrijd- en trainingswezen en van de sporter zelf wordt praktisch geheel bepaald door de sportverenigingen die dan ook voor deze specifieke kosten opdraaien. De aanzienlijke verhoging van het passe-partoutsysteera sinds de invoering in 1978 van circa 90% is er hoofdzakelijk debet aan, dat na een piek van het aantal sportbedrijvers in 1980 van 7100 thans het niveau van 1978 weer is bereikt, namelijk 6800. Deze ontwikkeling heeft op zichzelf geen gelijke tred kunnen houden met de democratische ontwikkeling binnen onze gemeente zelf. Daarom een verdere, meer dan trendmatige verhoging van de omslagtarieven leidt tot een verdere verdunning van de sportbevolking. Dit kan en mag niet de bedoeling zijn, temeer daar het aantal uren vrije tijd steeds groter wordt en de belang stelling voor en noodzaak om over een goede lichamelijke conditie te beschikken toeneemt. Mijnheer de voorzitter, ik heb bij enkele gelegenheden in het recente verleden opgemerkt, dat door een geforceerde inlevering van 100.000,= de Sportstichting technisch knock-out zal worden geslagen. Daarmee ook bedoelende dat de sportmensen iets dergelijks zeker niet mag overkomen. Hoogspringen zonder lat zal geen enkele atleet voldoening schenken en bovendien zal het publiek daar ook weinig hoogte van krijgen. Begrotings-technische ombuigingen binnen de sport moeten dan ook niet gezocht worden in de inkomstensfeer.Vanuit de optiek van de gemeente dient ook de sport haar bijdrage te leveren, dus of je nu praat over inkomstenverhoging of uitgavenvermindering, ombuigen is ombuigen. Voor de sport betekent echter een verdere passe-partoutverhoging geen bezuiniging, maar een soort ontwikkelingshulp om de gemeente-begroting sluitend te maken. Gelet op het thans minimale voorzieningenniveau ten aanzien waarvan de gemeente in de loop der jaren zelf de middelen heeft gefourneerd omdat er behoefte was aan accommodatie, is het onverant woordelijk onderhoudstechnische werkzaamheden af te wentelen op de sportverenigingen, hetgeen bovendien weer elders in het gemeentelijk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 258