- 26 - 16 juni 1983 andere mogelijkheden; C. het bekijken van 2A; D. het bekijken van 2B. Als ik deze mogelijkheden zou houden, dan denk ik dat het mogelijk moet zijn om binnen korte tijd tot een voorstel te komen dat zou moeten leiden tot het behalen van 100.000,= Heer BOLHUIS: Voorzitter, mag ik even een tussenvraag stellen voor de orde? Ik dacht dat we aan de orde hadden de herziene begroting 1983 van de Stichting er, nu is - als ik het goed begrijp - het voorstel van het college gewijzigd bij monde van de heer Plomp in die zin, dat die begroting nu weer niet wordt beschouwd als onderwerp van diskussie, maar dat we nu bezig zijn om te bespreken langs welke weg er 100.000,= bezuiniging zou kunnen worden bereikt V00RZITTER: Aan de orde is de herziene begroting van de Sportstichting, dat is één. U heeft gezegd, althans de heer Strietman namens de fraktie: accoord met goedkeuren, mits... In feite zit dit voorbehoud ook opgesloten in het voorstel van de heer Plomp. Dat ligt, dacht ik, op één lijn. Heer VISSER: Mag ik nog even aan de wethouder sportzaken vragen,mijnheer de voorzitter: in het raadsagendapunt 12. staat letterlijk op blz. 2. "binnen ons college bestaat geen overeenstemming over de vraag welk alter natief de voorkeur geniet". Ik wil graag van de wethouder horen - want ik neem aan dat hij een afwijkend standpunt innam t.a.v. de keuze tussen 2A en 2B - hoe nu inmiddels het standpunt van de wethouder is. In de brief van 15 juni staat dat het college unaniem van mening is dat er rustig gekozen kan worden tussen 2A en 2B, dat wij dat mogen uitmaken. VOORZITTER: Ik proef dat de reaktie van de heer Visser een tweede instantie is, zijn er nog anderen die in tweede instantie willen spreken? Heer VISSER: Om in tweede instantie te reageren, wil ik graag nog even de mening van de wethouder. Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, er is ook tussendoor nog even con tact geweest tussen u en de heer Bolhuis. Daar is precies gezegd wat ik al bedoeld heb. Met betrekking tot de vraag van de heer Visser kan ik zeggen dat, gezien de discussie die is ontstaan over hoe je verder alternatieven moet onderzoeken, op dat moment door mij de voorkeur is gegeven aan het betrekken van zowel A. als B. bij de verdere discussie. VOORZITTER: Dan is nu de tweede instantie aan de orde. Heer VISSER: Wat de heer Jacobs heeft gezegd, mijnheer de voorzitter, dat is nu weer typisch een voorbeeld van iemand die in de Sportstichting zit en te vens raadslid is. Hij zegt:ik heb in de Sportstichting voor die motie gestemd dat het niet kan en als dan mijn collega raadsleden met andere voor stellen komen. Alsof het alternatief van zijn collega's moet komen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 261