- 11 - 21 juli 1983 voeren en dat hij wat Soesterberg betreft geen enkel belang dient. Ook op vraag 2. krijg ik geen antwoord, het voornemen om de hal te sluiten met de afgifte van een horeca-vergunning in januari. Dat betekent dus dat, hoewel de wethouder net uitlegt dat hij toch van plan is een raadsbesluit uit te voeren, het een vreemde zaak blijft dat in januari een vergunning verleend wordt, waarin notabene letterlijk gesproken wordt van een tennishal. Ook op deze vraag krijg ik geen antwoord, waarschijnlijk omdat de wethouder daarop geen antwoord weet. Op vraag 3: welke motieven heeft u gehanteerd om het advies van de commis sie R.0. opzij te leggen van 3 mei, begrijp ik dat ook deze vraag de wethouder volkomen in verlegenheid brengt, hij weet zelf niet waarom hij dat advies naast zich neer heeft gelegd en niet onmiddellijk naar het colle ge is gegaan om deze zaak te bespreken. De deskundige commissie heeft toch geadviseerd om het niet te doen en de zaak in te passen. Hoewel de wethouder deze brief al vanaf 14 juli in huis heeft, krijg ik vanavond geen antwoord op de vragen. Dat maakt de zaak alleen maar zwakker. Ook de plannen omtrent de nieuwe hal hebben van mij een aantal suggesties gekregen:over de sportstichting, over hoe Soest erover denkt, of het gemeentebestuur daar wel geld voor heeft, hoeveel de kosten zullen bedragen voor de tenissers, of ze daar eigenlijk wel kunnen tenissen in die nieuwe hal, kortom, de wethouder gaat er niet op in. Dan moet ik constateren dat op de laatste vraag,waarin ik voorstel om de bedrijfshal niet te sluiten.de wethouder ook niet ingaat namens het college. De heer Bolhuis moet ik nog toevoegen dat hij weliswaar schermt met het bestemmingsplan dat ik dan ook mede vast heb gesteld, maar als ik mij niet vergis dan is dat bestemmingsplan van 1951, dat inmiddels toch allang eens veranderd had kunnen worden. Er zijn mogelijkheden om dit bestemmingsplan te veranderen en daar zijn we ook druk mee bezig. We hebben er met de commissie R.0. rondgekeken en geconstateerd dat het niet onmogelijk is om in een bedrijfshal te laten tennissen, als de bedrijfsbestemming niet doorgaat. Ook ik ben voor een tijdelijke oplossing zolang er geen sporthal in Soesterberg is, maar wat er nu gebeurt dat kan eenvoudigweg niet, niet ten opzichte van de mensen die daar werken, niet ten opzichte van de sporters in Soesterberg, waarbij u dan toch weer een hele wijk in de kou laat staan. Ik leg u nu mijn motie voor, mijnheer de voorzitter, waarvan ik hoop dat die dan nu in bespreking komt. VOORZITTER: De motie van de heer Visser luidt als volgt: De gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen op 21 juli 1983, overwegende

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 282