- 2 -
15 september 1983
VOORZITTER: U krijgt een stembriefje, waar alles tegelijk opstaat. Voor de
commissie A.B.Z. de heer Pothuizen i.p.v. mevr. Allard, voor de commissie
financiën de heer Pothuizen i.p.v. mevr. Allard, voor de commissie R.0. de
heer Pothuizen als nieuw lid naast de huidige bezetting en i.p.v. de heer
Van Gelder - die verzoolt heeft zijn plaats af te mogen staan - de heer Van
den BrakelIn het Gewest Eemland als plaatsvervangend lid van de heer Van
Garderen, de heer Pothuizen i.p.v. mevr. Allard. De briefjes hoeft u niet
in te vullen, die kunt u dichtgevouwen terug doen in de kom, tenzij u het
ergens niet mee eens bent, dan kunt u dat vermelden.
Dan zou ik een stemcommissie willen benoemen, daarvoor vraag ik de heer Van
Gelder, de heer Beijen en de heer Van Brummelen.
Ik kan u mededelen dat 25 stemmen zijn uitgebracht en alle zijn vóór de
gestelde kandidaten. De kandidaten zijn benoemd zoals was voorgesteld.
Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 21 juli 1983.
VOORZITTER: Er zijn geen opmerkingen binnengekomen,
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, als ik mijn funktioneren hier vanuit
een blanco begin was gestart, had ik een ander moment gekozen om voor het
eerst het woord te vragen, maar ik continueer nu eenmaal een optreden.
Voor ik een opmerking zou willen maken naar aanleiding van de notulen van de
vorige vergadering, wil ik eerst de dank van D'66 aan uw college en de raad
overbrengen voor de welwillende wijze van medewerking aan een glad verloop
van de overgang. Dan de opmerking naar aanleiding van de notulen van 21 juli
mijn voorgangster heeft vragen gesteld toen naar aanleiding van de notulen
van 16 juni 1983. Het nadien verkregen zicht op de feiten ten aanzien van
het optreden van het interim-bestuur van het Dorpshuis Soesterberg, geeft
ons grond voor de vaststelling dat dit interim-bestuur heeft gehandeld op
een wijze die althans onze fraktie niet heeft bedoeld of kunnen voorzien,
gelet op de op 16 juni 1983 door wethouder Kingma gedane uitspraken. Wij
vinden het betreurenswaardig dat het interim-bestuur zo zijn - overigens
door ons niet aangevochten - autonomie denkt te moeten hanteren en wij
vinden het nog betreurenswaardiger dat het personele gevolgen heeft. Wij
hadden van een interim-bestuur met zulke nauwe liaisons met deze raad, los
van de vraag wat rechtens kan en mag, wat meer inweging van politieke wensen
verwacht. Bij gebrek aan betere middelen moet ik het bij deze uiting van
onvrede laten, mijnheer de voorzitter.
Wethouder KINGMA: Het een en ander is besproken met uitgebreide toelichting
in een besloten deel van de commissie Welzijn. Ik weet dat uw fraktie daarin
niet vertegenwoordigd is, maar ik denk dat we ervoor kunnen zorgen dat u