8 15 september 1983
van 7 januari is voorafgegaan door een gesprek op 2 december, waar ik bij
de beantwoording van de vragen 6 en 7 op terugkom. Het gesprek op 7 januari
resulteert in de oplossing zoals aangegeven in de brief van de voorzitter
kringraad Utrecht-C dd. 18 januari 1982, welke door het toenmalige college
van B&W bij unaniem besluit is bevestigd op 13 april 1982, schriftelijk
bevestigd bij brief van 20 april 1982. Ook deze stukken kunt u hier inzien.
Daarmee was voldaan aan de wens van het verif icatiebureauDoor de kringraad
is de financiële verantwoording verwerkt in door Gedeputeerde Staten goedge
keurde begrotings-slotwijzigingen. De administratie van deze zaak is derhalve
geheel aan controle onderhevig, ook Gedeputeerde Staten zijn hiervan door
ons op de hoogte gesteld.
Vraag 6: Is het waar dat het in het gesprek van 2 december als een bezwaar
werd gevoeld dat er enig bedrag ten laste van de gemeente Soest zou komen
aangezien dit dan in de rekening van de gemeente tot uiting zou komen?
Vraag 7: Is het waar dat in de betreffende bespreking is gesteld dat men
er op gokt dat de stukken van de BB die in de gemeenteraad komen niet zo
goed gelezen worden, dat deze zaak zou opvallen?
Antwoord op 6 en 7: Zoals uit het antwoord op vraag 5 blijkt, is bij deze
bespreking van 2 december geen der leden van ons college of ambtenaren van
de gemeente Soest aanwezig geweest. Uiteraard heeft de burgemeester na
binnenkomst van uw vragen bij de kringvoorzitter geïnformeerd naar de inhoud
van het gesprek en deze deelde de burgemeester mee, dat over opmerkingen
van het verificatiebureau en hun voorstellen terzake met het bureau is gespro
ken, zoals zulks daarna in een brief van 10 december 1981 van het verificatie
bureau aan de kringvoorzitter is vastgelegd. De kringvoorzitter zei verder
dat het hem nu pas is gebleken dat door een ambtenaar van de kring enige
notities van het gesprek van 2 december 1981 zijn gemaakt. Hierin zijn soort
gelijke opmerkingen te vinden die u in uw vragen heeft opgenomen. Dit verslag
is evenwel door de deelnemers aan het gesprek nimmer vastgesteld. Hetgeen
daar toen gezegd is staat dus niet vast, en is ook na anderhalf jaar niet
meer vast te stellen. Aan dit stuk mag derhalve geen waarde worden toegekend
en kan daarom niet in deze diskussie worden betrokken. Deze conclusie is
door de voorzitter van de kringraad aan de burgemeester meegedeeld. Wij dienen
ons vanavond te baseren op de brief van het verificatiebureau van 10 december
Vraag 8: Op welke wijze is de overeenkomst met Vahstal tot stand gekomen? Is
deze aangegaan nadat hierover een besluit in het college is genomen, na een
raadsbesluit, of is hier sprake van een initiatief van een individuele
portefeui1lehouder?