- 23 -
15 september 1983
bewust gekozen voor een rol van de overheid in verband met de controle
mogelijkheid, in verband met de ervaring en in het verband met het bij de
pols houden en een vinger in de pap houden bij de kwestie van het onderhoud.
Het onderhoud van gasinstallaties vinden wij een buitengewoon belangrijke
zaak en als dat kan leiden tot verbetering daarin, dachten wij dat het
een goede zaak is.
De heer Van Gelder heeft met name gewezen op de zakelijke relatie en heeft
daarbij gezegd dat het voor de cliënt moeilijk zal zijn om te beoordelen
of het onderhoud goed gebeurd zal zijn. Dat is nu juist één van de punten
die in de E.G.A.S. een rol zal kunnen gaan spelen, omdat de E.G.A.S. ook in
zijn doelstellingen heeft opgenomen een periodieke steeksgewijze controle
van de aangesloten installateurs. Het idee om ook eventueel landelijk
iets aan het erkenningssyteem te doen, neem ik graag mee. Ik kan op dit
moment niet overzien wat daarvoor de wegen zijn, maar in ieder geval neem
ik het graag eens op.
Heer EBBERS: Ik had nog één opmerking, mijnheer de voorzitter, bij de
statuten die erbij liggen, wordt gesproken over de samenstelling van het
bestuur, een dagelijks bestuur met drie plaatsvervangers meen ik, totaal
zo'n zeven man. Er wordt nergens geregeld wat het quorum-getal bij de
besluitvorming moet zijn. Als het dagelijks bestuur er niet is en de drie
plaatsvervangende bestuursleden zijn er wel, zonder dat een van de verdere
leden er is, dan is er geen quorum.
Wethouder OUDEMANS: Voorzitter, het is eenzelfde situatie als we bij een
andere vraag gehad hebben: het ad hoe en k la minute wijzigen van regelingen
die voorliggen, lijkt mij niet verstandig. Ik neem het graag mee.
VOORZITTER: Dan wil ik graag weten wie de tegenstanders van dit voorstel
zijn, die verzoek ik hun hand op te steken.
Ik zie de heer Van Garderen, mevr. Blommers, mevr. Nolen en de heer Beijen.
Het voorstel wordt met 21 stemmen voor en 4 tegen aangenomen.
16. Voorstel tot wijziging van diverse rechtspositieregelingen.
Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, er staat boven dit stuk: wethouder
Oudemans - terecht overigens - commissie: geen.
Ik weet nu wel dat een groot deel van deze regelingen in het centraal
georganiseerd overleg zijn vastgesteld en dat wij in de praktijk niet veel
anders te doen hebben dan ons daaraan te conformeren. Dat is ook mijn
bezwaar niet. Naast het plaatselijk georganiseerd overleg hebben we
natuurlijk ook een commissie personeel en bedrijven, waarin personele
zaken worden behandeld. Waarom is dit stuk, met zoveel wijzigingen in
het ambtenarenreglement, niet in de commissie personeelszaken geweest?