7 maart 1983
En anderzijds stapelen de problemen tengevolge van de teruglopende
economie zich op en die vereisen dat wij als gemeente op een a antal ter
reinen onze taken uitbreiden. Op zo'n moment hebben wij behoefte aan een krachtig
bestuur dat doelen formuleert en richting geeft aan de ambtelijke organisatie
bij het realiseren van de taak waar wij voor staan.
Wij hebben daartoe een beleidsprogramma vastgesteld. Daarover verschillen
de meningen, Sommigen vinden het te gecfetailleerd, anderen vinden het te vaag;
wat in ieder geval met dat programma zou moeten gebeuren dat is, dat het
College - als een van de eerste taken - een aanzet geeft m.b.t. de invulling
van dat programma. Daarom is de behandeling van de begroting uitgesteld en
die late behandeling van de begroting heeft alle ruimte aan het nieuwe College
gegeven om een nota van aanbieding te maken bij deze begroting, waarin aange
geven werd hoe dat Collegeprogramma zou moeten worden gerealiseerd.Het is
triest om te constateren, dat het College na 6 maanden niet verder gekomen
is dan het voornemen om voor de aanstaande zomer een plan aan te bieden.
Een dergelijke werkwijze levert niet het beoogde resultaat op, wat noodzake
lijk is in de bekende moeilijke situatie. Men maakt politiek beleid door
op hoofdlijnen prioriteiten te stellen, die af te wegen en te kiezen en dat
is een bestuurlijk proces. Daarom moet dat proces in eerste instantie
voorbereid worden in het College; de uiteindelijke besluitvorming vindt
uiteraard in de Raad plaats. Het kan nooit zo zijn, dat dit proces gestart
moet worden vanuit de ambtelijke organisatie, welke uiteindelijk de elementen
aandraagt om de invulling van het door het College geformuleerde beleid
mogelijk te maken. Er komt toch nooit politiek beleid tot stand wanneer
je steeds maar weer betoogt dat het er moet komen. Als je naar het verleden
kijkt, naar de nota's die steeds zijn geproduceerd, de manier waarop er
steeds benadrukt is dat er afwegingen moesten worden gemaakt, het feit
dat er dure adviseurs bijgehaald zijn, dan vraag je je nu af: zijn we
met een voornemen om het nu vóór aanstaande zomer te doen, niet op een
weg die uiteindelijk leidt tot een herhaling van het voornemen?
Het probleem, dat op zo'n manier ontstaat, is dat je als Raad de keuze moet
maken en besluiten moet nemen op een moment, dat de politieke onderbouwing nog
onvoldoende vanuit het College is voorbereid. Dan kan er in de Raad alleen
een globale diskussie plaatsvinden, uitgaande van de verschillende
politieke standpunten. De keuzes waar we toe moeten komen, zullen heel
concreet moeten zijn; dat kan ertoe leiden - en dat is het risiko van
een dergelijke aanpak- dat de kwaliteit van de besluitvorming achteruit
zou kunnen gaan. Wij realiseren ons dat dit beslist geen ideale
situatie is, maar er zit niets anders op dan op een dergelijke wijze
te werken aan een begroting waar een door ons
ongewenste politieke prioriteitstelling aan ten grondslag ligt,, waarbij ik
- 12 -
