- 13 -
15 december 1983
kunnen zien hoe het nu gaat. Erg in mijn sas was ik met de vergadering
met alle politiemensen en de commissie A.B.Z. over deze nota, een gesprek
waaruit bleek dat er toch wel wat misverstanden bestaan, dat wij als
Soester gemeenteraad eigenlijk niet zoveel weten over dit bolwerk, waarvan
ik wel eens gezegd heb dat de drempel toch wel erg hoog ligt voor raadsle
den, maar waarvan ik nu een begin zie om - als wij ons met politiezaken
gaan bemoeien - dit te ontwikkelen en dat politiemensen daar ook behoefte
aan hebben. Ik vind politie een vorm van welzijn, die wij hoog in ons vaandel
moeten schrijven, omdat je, als je je niet lekker voelt in een gemeente door
allerlei onrust of vervelende toestanden, in een stukje welzijn aangetast
wordt, waardoor je helemaal geen zin hebt in andere dingen. Ik vind de
politie een goede zaak.
Heer POTHUIZEN: Ik had een verhaal van soortgelijke strekking op papier
staan, maar ik ga dat maar niet afdraaien. Ik sluit mij volledig aan bij
de woorden van de heer Visser.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de handhaving van de openbare
orde is inherent aan de overheidstaak. Het politiekorps is één van de
belangrijkste instrumenten van de overheid om deze orde te handhaven. De
burgemeester treedt voor de handhaving van de openbare orde op als hoofd
van de politie, op hem rust dus in het bijzonder de taak te zorgen voor
een politiekorps dat voor zijn taak berekend is. Hij is er voor verantwoorde
lijk dat de politie het overheidsgezag handhaaft. Het optreden van de
burgermeester en politie moet zodanig zijn dat je niet in het onzekere
behoeft te verkeren over de gevolgen van negatie van het gezag. Er moet
duidelijk zijn dat wie zich tegen de overheid verzet, de instelling Gods
wederstaat. In de Romeinenbrief en in de Nederlandse Geloofsbelijdenis art.
36 lees Ik duidelijk dat de overheid door God gegeven is, ons ten goede,
om de ongebondenheid van de mensen te bedwingen. Uit dat oogpunt, mijnheer
de voorzitter, hebben we wat moeite met de hoofddoelstelling welke u noemt
op blz. 15 van het concept-beleidsplan: het zorgen voor een uit maatschappe
lijk oogpunt aanvaardbaar niveau van orde en rust. Wie bepaalt dat maat
schappelijk aanvaardbaar niveau en wat houdt dit in? Zo zijn er nog meer
uitspraken te citeren die uitgaan van het gegeven dat het gezag aan de
overheid door God gegeven is. We willen dan ook nadrukkelijk onderschrijven
hetgeen u op blz 4 van het beleidsplan zegt, namelijk dat 'gelet op de
wettelijke strukturen, het beleid voor het gemeentelijk politie-apparaat
vastgesteld dient te worden door de burgemeester, in overleg met de
hoofd-officier van justitie en de korpschef! Dat houdt niet in dat signalen