- 7 -
19 december 1983
gebied en verantwoordelijkheid kent. Deze taakstelling geldt natuurlijk
voor meerdere werkgebieden, mijnheer de voorzitter.
Het is buitengewoon teleurstellend, dat het overleg tussen de instellingen
die werkzaam zijn binnen het jeugd- en jongerenwerk, nog niets heeft opgele
verd, voor zover wij weten. Er wordt al eindeloos gepraat over andere
werkwijzen, ombouw naar club- en buurthuiswerk, enz. Ook hier is een taken-
plan nodig. Aangeven welke taken met welke middelen de hoogste prioriteit
hebben. Aangeven welke taken niet vervuld kunnen worden. Alleen door
duidelijkheid te scheppen over de taken, waarvoor men de verantwoordelijk
heid op zich heeft genomen, geeft men anderen de ruimte om initiatieven
te ontplooien. Wij denken daarbij ook aan de mogelijkheid voor jeugdige
werklozen om projekten op te zetten, zoals de in het verleden reeds vaker
genoemde klussenbusIs het college bereid om via takenplannen duidelijk
te maken welke taken door de gesubsideerde instellingen zullen worden
verricht, welke taken door ongesubsidieerde instellingen en welke taken
nog niet of niet meer vervuld kunnen worden?
Duidelijk zal moeten worden welke keuzen er ook binnen de instellingen
gemaakt worden. De kortingen op de rijksgelden maken een snelle keuze
noodzakelijk. Maar ook de zekerheid voor de burger dwingt ons hiertoe.
Welke voorziening mag hij verwachten voor zijn geld?
Mijnheer de voorzitter, het is de taak van het gemeentebestuur ontwikke
lingen binnen de gemeente te stimuleren. De plannen, zoals ze er nu zijn,
om voor de sport in Soesterberg een goede accomodatie te realiseren, juichen
wij toe. Ook menen wij echter dat voor Soesterberg woningbouw een hoge
prioriteit heeft. Van onze fraktie kunt u er binnenkort plannen over
verwachten. Wij menen dat woningbouw voor Soesterberg op vele gebieden
in deze kern stimulerend zal werken. We hebben dus nog een aantal vragen,
maar in eerste instantie, mijnheer de voorzitter, wil ik het hierbij laten.
Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter, het besturen van een gemeente is onder
de huidige economische omstandigheden geen eenvoudige zaak. De algemene
slechte economische ontwikkeling en de zwakke financiële positie van de
gemeente, heeft een direkte invloed op de voorliggende begroting.
Willen we de zaak in evenwicht houden - en blijkens het collegeprogramma
van september 1982 willen we dat - dan zullen we ook als gemeente met deze
totaal gewijzigde financiële omstandigheden bij het voeren van ons beleid
terdege rekening dienen te houden.
En zo'n beleid - ik kom daar straks nog wat uitvoeriger op terug - heeft
een uitstralingseffekt op de hele Soester en Soesterbergse gemeenschap.